Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Makel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Makel (Duits) in het Spaans

Makel:

Makel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Makel (Schwabber; Fleck; Flecken; )
    el mocho; la mancha
    • mocho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mancha [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Makel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mancha Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks; Liederjan; Makel; Mop; Schwabber; Tüpfel Brocken; Dorf; Dreck; Fleck; Flecken; Flunder; Grus; Hau; Holzschuh; Klacks; Klaps; Klecks; Klumpen; Loch; Matsch; Nest; Ort; Platz; Schlamm; Schmutz; Spritzer; Stoß; Tadel; Tölpel; Tüpfel; Vorwurf
mocho Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks; Liederjan; Makel; Mop; Schwabber; Tüpfel

Synoniemen voor "Makel":


Wiktionary: Makel


Cross Translation:
FromToVia
Makel desperfecto; imperfección flaw — defect, fault