Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Mahlzeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mahlzeit (Duits) in het Spaans

Mahlzeit:

Mahlzeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Mahlzeit (Essen; Speise)
    la comida; el almuerzo
    • comida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • almuerzo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mahlzeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almuerzo Essen; Mahlzeit; Speise Frühstück; Mittagessen; Mittagsbrot
comida Essen; Mahlzeit; Speise Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Gericht; Kost; Lebensmittel; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verpflegung

Synoniemen voor "Mahlzeit":


Wiktionary: Mahlzeit

Mahlzeit
noun
  1. der Vorgang des Essen-zu-sich-Nehmens morgens, mittags oder abends oder zu anderen Zeiten bei einer Zwischenmahlzeit

Cross Translation:
FromToVia
Mahlzeit que aproveche; buen provecho bon appétit — used to wish someone enjoyment of the meal they are about to eat
Mahlzeit comida maaltijd — een hoeveelheid toebereid voedsel die voldoende is geruime tijd de lichamelijke behoefte te bevredigen
Mahlzeit comida repas — Nourriture (sens général)