Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Kursus:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kursus (Duits) in het Spaans

Kursus:

Kursus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kursus (Kurs; Studium; Lehrgang)
    el estudios; el curso; la carrera; el cursillo
    • estudios [el ~] zelfstandig naamwoord
    • curso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • carrera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cursillo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kursus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carrera Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Erfahrung; Gehetz; Gelaufe; Gerenne; Getraabe; Geübtheit; Hardlaufkampf; Hetzerei; Partie; Praxis; Rennen; Routine; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Traben; Wettbewerb; Wettkampf; Wettlauf; Wettrennen; Wettstreit; kampf; marathon
cursillo Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Schulstunde; Stunde; Unterricht; Unterrichtsstunde
curso Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Böschung; Klasse; Klassenlokal; Klassenzimmer; Schulraum; Schulstunde; Schulzimmer; Stunde; Unterricht; Unterrichtsstunde; Unterrrichtsraum
estudios Kurs; Kursus; Lehrgang; Studium Arbeitszimmer; Aufnahmestudio; Ausbildung; Erfahrung; Fingerübung; Geübtheit; Praxis; Routine; Schulstunde; Schulung; Studierzimmer; Studios; Studium; Stunde; Training; Unterricht; Unterrichtsstunde; Übung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curso verlauf

Synoniemen voor "Kursus":