Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Krakeel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Krakeel (Duits) in het Spaans

Krakeel:

Krakeel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Krakeel
    el ajetreo; el lío; la disputa; la riña; el follón
    • ajetreo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • disputa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • riña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • follón [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Krakeel (Haarspalterei; Streit)
    el altercado; el argumentado

Vertaal Matrix voor Krakeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ajetreo Krakeel Betrieb; Gedränge; Gedrängtheit; Gehetz; Gelaufe; Gerenne; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Grübelei; Hetzerei; Kram; Mühe; Mühsal; Plackerei; Rummel; Umstände; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr; viel Mühe
altercado Haarspalterei; Krakeel; Streit Auseinandersetzung; Differenz; Diskussion; Gezänk; Meinungsverschiedenheit; Schererei; Streit; Streiterei; Streitgespräch; Twist; Uneinigkeit; Zank; Zänkerei
argumentado Haarspalterei; Krakeel; Streit
disputa Krakeel Argument; Auseinandersetzung; Aussprache; Begebenheit; Debatte; Differenz; Diskussion; Eintreten; Ereignis; Erörterung; Gedankenveränderung; Gekeife; Geplänkel; Geschehen; Geschimpfe; Geschrei; Gespräch; Gezänk; Handgemenge; Keiferei; Meinungsverschiedenheit; Problem; Scharmützel; Streit; Streiterei; Streitgespräch; Twist; Uneinigkeit; Vorfall; Vorgang; Wortstreit; Zank; Zänkerei
follón Krakeel Durcheinander; Gejammer; Geleier; Gemecker; Genörgel; Gequake; Gequengel; Geschwatze; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Getratsche; Gezänk; Herumtollen; Klönen; Scherrerei
lío Krakeel Affäre; Angelegenheit; Beziehung; Bündel; Durcheinander; Elend; Flirt; Gedränge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezänk; Komplikation; Kompliziertheit; Kopplung; Liebelei; Liebschaft; Plot; Sache; Scherereien; Scherrerei; Schlamassel; Schwierigkeit; Techtelmechtel; Trara; Unannehmlichkeit; Verbindung
riña Krakeel Durcheinander; Gekeife; Geschimpfe; Geschrei; Gezänk; Keiferei; Kummer; Last; Lästigkeit; Schererei; Scherereien; Scherrerei; Schlamassel; Schlägerei; Schwierigkeit; Streit; Streiterei; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Zänkerei; Ärger; Ärgernis