Jacke in het Spaans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Jacke:
- abrigo; chaqueta; americana; cazadora; capa; anorak; chaquetón; casaca; rebeca; parka
Wiktionary:
- Jacke → cazadora, chaqueta
- Jacke → chamarra, cazadora, chaqueta, campera, casaca, chompa, chumpa, jacket, americana

Duits

Uitgebreide vertaling voor Jacke (Duits) in het Spaans

die Jacke (Mantel)
el abrigo
- abrigo [el ~] zelfstandig naamwoord
die Jacke (kurze Jacke; Joppe)
la chaqueta; la americana
- chaqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
- americana [la ~] zelfstandig naamwoord
die Jacke
la chaqueta; la cazadora; la americana; la capa; el anorak; el chaquetón
- chaqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
- cazadora [la ~] zelfstandig naamwoord
- americana [la ~] zelfstandig naamwoord
- capa [la ~] zelfstandig naamwoord
- anorak [el ~] zelfstandig naamwoord
- chaquetón [el ~] zelfstandig naamwoord
die Jacke (Sakko; Joppe; kurze Jacke)
la chaqueta; la cazadora; la americana; la casaca
- chaqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
- cazadora [la ~] zelfstandig naamwoord
- americana [la ~] zelfstandig naamwoord
- casaca [la ~] zelfstandig naamwoord
die Jacke (Sakko; Jäckchen)
la rebeca; la parka
- rebeca [la ~] zelfstandig naamwoord
- parka [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abrigo	Jacke; Mantel	Bildröhre; Bushaltestelle; Gewand; Mantel; Schirmdach; Schutzdach; Vordach; Wartehalle
americana	Jacke; Joppe; Sakko; kurze Jacke
anorak	Jacke	Gewand; Mantel; Windjacke
capa	Jacke	Abteilung; Belag; Bildstreifen; Deckblatt; Deckel; Deckmantel; Ebene; Film; Geschäftsstelle; Gesellschaftsschicht; Kappe; Klasse; Muschelschale; Pelerine; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Sektion; Staffel; Staffelstellung; Stand; Streifen; Tischplatte; Umhang; Umhüllung; Umschlag; Vorsatz; Vorsatzblatt; dünne Schicht; dünner Film
casaca	Jacke; Joppe; Sakko; kurze Jacke
cazadora	Jacke; Joppe; Sakko; kurze Jacke
chaqueta	Jacke; Joppe; Sakko; kurze Jacke	Bildröhre; Gewand; Mantel; Puff; Tricktrack
chaquetón	Jacke	Bildröhre; Gewand; Mantel
parka	Jacke; Jäckchen; Sakko
rebeca	Jacke; Jäckchen; Sakko

Jacke

noun

ein Bekleidungsstück, welches zum Bedecken des Oberkörpers vorgesehen ist
- Jacke → cazadora; chaqueta

Cross Translation:

From	To	Via
• Jacke	→ chamarra; cazadora; chaqueta; campera; casaca; chompa; chumpa; jacket	↔ jacket — piece of clothing worn on the upper body outside a shirt or blouse
• Jacke	→ chaqueta	↔ blouson — vêtement\|fr manteau court pris à la taille.
• Jacke	→ americana; chaqueta	↔ veston — habil\|fr vêtement masculin, d’intérieur ou de ville, court et sans basques.