Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Hinscheiden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hinscheiden (Duits) in het Spaans

Hinscheiden:

Hinscheiden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hinscheiden (Sterbefall; Todesfall; Tod; Sterben; Mortalität)
    la muerte; la mortalidad; el fallecimiento; la mortandad
  2. Hinscheiden (Absterben)
    el desaparecer

Vertaal Matrix voor Hinscheiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desaparecer Absterben; Hinscheiden Ausfall; Fortfall; Wegfall
fallecimiento Hinscheiden; Mortalität; Sterbefall; Sterben; Tod; Todesfall Abfahren; Abreisen; Einbüssen; Einstürzen; Sterben; Weggehen
mortalidad Hinscheiden; Mortalität; Sterbefall; Sterben; Tod; Todesfall Sterblichkeit; Sterblichkeitsziffer
mortandad Hinscheiden; Mortalität; Sterbefall; Sterben; Tod; Todesfall
muerte Hinscheiden; Mortalität; Sterbefall; Sterben; Tod; Todesfall Einbüssen; Einstürzen; Friedhöfe; Grab; Grabgewölbe; Grabmal; Grabstelle; Gruft; Gräber; Krypta; Schlafstätte; Sterben; Tod
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desaparecer abbauen; abschwächen; aufbrauchen; aufzehren; ausgeben; aushalten; ausharren; bestehen; bestrafen; blamieren; dulden; durchhalten; durchmachen; entgegenhalten; entschlafen; erdulden; erfahren; erleben; erleiden; ertragen; fallen; fortnehmen; fühlen; herabmindern; herabsetzen; im Sterben liegen; jemandem einen Vorwurf machen; kürzen; leiden; mindern; nachlassen; nachtragen; reduzieren; rügen; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; standhalten; stehlen; sterben; tadeln; tragen; umkommen; umziehen; untergehen; verbrauchen; verdauen; verknappen; vermindern; vermissen; verringern; verschwinden; versiegen; vertragen; verweisen; verzehren; vorhalten; vorwerfen; wegnehmen; zehren; zugrunde gehen; zurechtweisen; zurückgehen; zusammengehen; überdauern; überstehen