Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Hausbesuch:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hausbesuch (Duits) in het Spaans

Hausbesuch:

Hausbesuch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hausbesuch
    la visita a domicilio; la visita; la frecuentación

Vertaal Matrix voor Hausbesuch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frecuentación Hausbesuch Aufwartung
visita Hausbesuch Aufwartung; Besichtigung; Besuch; Besucher; Eingeladene; Gast; Gäste; Hausgast; Inspektion; Logiergast; Treffer; Visitation
visita a domicilio Hausbesuch