Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Handschlag:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handschlag (Duits) in het Spaans

Handschlag:

Handschlag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Handschlag (Handschläge)
    la palmada
    • palmada [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Handschlag
    el regateo; el juego infantil de palamaditas
  3. der Handschlag (Faustschlag; Schlag; Hieb; Klaps)
    el puñetazo

Vertaal Matrix voor Handschlag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juego infantil de palamaditas Handschlag
palmada Handschlag; Handschläge Handbreite; Hieb; Klaps; Schlag; kleiner Schlag
puñetazo Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Schlag Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag
regateo Handschlag Abhandeln; Abmarkten; Feilschen; Kuhhandel; Schachern; Tausch; Trippeln; Umtausch; Unterredung; Verhandlung

Wiktionary: Handschlag

Handschlag
noun
  1. wechselseitiges Sich-die-Hand-Geben zur Begrüßung, Verabschiedung oder zur Besiegelung einer Abmachung, eines Geschäfts

Cross Translation:
FromToVia
Handschlag apretón de manos handshake — grasping of hands by two people