Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Glänzen

Vertaal Glänzen van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Glänzen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Glänzen (Duits) in het Spaans

Glänzen:

Glänzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Glänzen (Funkeln)
    el chispeo; el esplendor; el fulgor; el brillo; el centelleo
    • chispeo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • esplendor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fulgor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • brillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • centelleo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Glänzen (Schimmern; Flimmern; Glitzern; Funkeln)
    el brillo; la brillantez; el esplendor; el destello; el resplandor
  3. Glänzen (Funkeln; Lichtsignal; Flimmern; )
    la luz; el brillo; el resplandor; el chispeo; el destello
    • luz [la ~] zelfstandig naamwoord
    • brillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • resplandor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chispeo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • destello [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. Glänzen (Blinken; Leuchten)
    el brillar; el relucir
    • brillar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • relucir [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. Glänzen (Scheinen; Schimmer)
    el brillo
    • brillo [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. Glänzen (Glanz; Finish; Schimmer)
    el brillo; el esplendor; el resplandor

Vertaal Matrix voor Glänzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brillantez Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Schimmern Pracht; Prunk
brillar Blinken; Glänzen; Leuchten
brillo Finish; Flimmern; Funkeln; Glanz; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Scheinen; Schimmer; Schimmern Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glut; Lebenslicht; Pracht; Prunk; Schein; Schimmer; Vorschützung; Vortäuschung
centelleo Funkeln; Glänzen Blitz; Blitzen; Flackern; Flimmern; Funkeln; Schimmern; Schlag; Schlucker; Strahl
chispeo Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schimmer Flimmern; Glitzern
destello Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schimmer; Schimmern Blitz; Funke; Funkeln; Fünkchen; Pfeil; Schlag; Schlucker; Stern; Strahl
esplendor Finish; Flimmern; Funkeln; Glanz; Glitzern; Glänzen; Schimmer; Schimmern Pracht; Prunk; äußerliche Vorkommen
fulgor Funkeln; Glänzen Blitzen; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Schimmern
luz Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schimmer Feuerchen; Glühbirne; Helle; Helligkeit; Lampe; Laterne; Lebenslicht; Leuchte; Licht; kleines Feuer
relucir Blinken; Glänzen; Leuchten
resplandor Finish; Flimmern; Funkeln; Glanz; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schimmer; Schimmern Blitzen; Flimmern; Flitter; Flittergold; Funkeln; Glitzern; Glut; Goldflitter; Lebenslicht; Pracht; Prunk; Schein; Schimmer; Schimmern; Vorschützung; Vortäuschung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brillar auffallen; aufleuchten; ausstechen; blinken; blitzen; erleuchten; flimmern; funkeln; glimmen; glitzern; glänzen; glühen; hinausragen; klingeln; leuchten; prahlen; prunken; scheinen; schellen; schimmern; spiegeln; strahlen; vorspringen; zeigen; zur Schau stellen; überragen
relucir ausbügeln; ausstreichen; blinken; blitzen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glänzen; glätten; leuchten; polieren; schaben; scheinen; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
brillo Helligkeit







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0298 seconde
Page rendered in 1.0 seconds