Gipfel in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Gipfel:
- top; pico; cumbre; hora punta; punto más alto; cima; copa de un árbol; coronilla; mollera; tope; cresta; clímax; súmmum; colmo; punto culminante; punto álgido; pináculo; apogeo; culminación; ápice; cúspide; cenit; momento culminante; encuadramiento; borde; punta; caballete; lado superior; topes; altitud de la cima
Wiktionary:
- Gipfel → culmo, cumbre, cima
- Gipfel → cima, ápice, pico, cumbre, vale, apogeo

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gipfel (Duits) in het Spaans

Gipfel:

Gipfel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gipfel
el top
- top [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Berggipfel; Spitze)
el pico; el cumbre; la hora punta; el punto más alto
- pico [el ~] zelfstandig naamwoord
- cumbre [el ~] zelfstandig naamwoord
- hora punta [la ~] zelfstandig naamwoord
- punto más alto [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Gipfelpunkt)
la cima; la copa de un árbol; la coronilla; la cumbre; la mollera
- cima [la ~] zelfstandig naamwoord
- copa de un árbol [la ~] zelfstandig naamwoord
- coronilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- cumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
- mollera [la ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Höchsterreichbare; Spitze)
el cumbre; la tope; el pico; el punto más alto
- cumbre [el ~] zelfstandig naamwoord
- tope [la ~] zelfstandig naamwoord
- pico [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto más alto [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Spitze)
la cresta; la cima
- cresta [la ~] zelfstandig naamwoord
- cima [la ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Spitze)
el clímax; el pico; el súmmum; el colmo; el punto culminante; el punto álgido; la cumbre; el pináculo; el apogeo; la culminación; el ápice; el cúspide; el cenit; el momento culminante
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
- pico [el ~] zelfstandig naamwoord
- súmmum [el ~] zelfstandig naamwoord
- colmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto álgido [el ~] zelfstandig naamwoord
- cumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
- pináculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- culminación [la ~] zelfstandig naamwoord
- ápice [el ~] zelfstandig naamwoord
- cúspide [el ~] zelfstandig naamwoord
- cenit [el ~] zelfstandig naamwoord
- momento culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Rahmen; Kante; Leiste; Umrandung; Verzeichnis; Grenze; Aufstellung; Tabelle; Register)
el encuadramiento; el borde
- encuadramiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- borde [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Zentrumspitze; Gipfelpunkt; Berggipfel)
el pico; el cumbre; el punto más alto
- pico [el ~] zelfstandig naamwoord
- cumbre [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto más alto [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Gipfeltreffen; Gipfelkonferenz)
la cumbre
- cumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt)
el colmo; el clímax; la punta; la culminación; el pináculo; el súmmum; el punto culminante; el punto álgido; el momento culminante
- colmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- clímax [el ~] zelfstandig naamwoord
- punta [la ~] zelfstandig naamwoord
- culminación [la ~] zelfstandig naamwoord
- pináculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- súmmum [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto álgido [el ~] zelfstandig naamwoord
- momento culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Gipfelpunkt; Hügelgipfel)
el punto más alto; el punto culminante; la cumbre; la punta; el colmo; la culminación
- punto más alto [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto culminante [el ~] zelfstandig naamwoord
- cumbre [la ~] zelfstandig naamwoord
- punta [la ~] zelfstandig naamwoord
- colmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- culminación [la ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Höhepunkt; Spitze)
el caballete; la punta; el apogeo; el lado superior; el cúspide; el topes
- caballete [el ~] zelfstandig naamwoord
- punta [la ~] zelfstandig naamwoord
- apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord
- lado superior [el ~] zelfstandig naamwoord
- cúspide [el ~] zelfstandig naamwoord
- topes [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gipfel (Gipfelhöhe)
la altitud de la cima
- altitud de la cima [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gipfel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
altitud de la cima	Gipfel; Gipfelhöhe
apogeo	Gipfel; Höhepunkt; Spitze	Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit; Höhepunkt; Klimax; Oberseite; Orgasmus; Spitze
borde	Aufstellung; Gipfel; Grenze; Kante; Leiste; Rahmen; Register; Tabelle; Umrandung; Verzeichnis	Anteil; Auflage; Auflegung; Ausfahrt; Ausgabe; Ausrichtung; Band; Bande; Betriebsführung; Binde; Bindung; Borte; Bund; Decke; Diele; Direktion; Druck; Eckchen; Erfahrung; Fahrt; Flanke; Flügel; Form; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Haarbänder; Haarschleife; Halskragen; Kante; Kontur; Kordel; Kragen; Krempe; Lautstärke; Leiste; Leitung; Rahmen umd eine Malerei; Rand; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Rändchen; Saum; Schleife; Schnur; Schule; Seite; Seite eines Schiffes; Seitenflügel; Seitenkante; Spalte; Spannung; Spazierfahrt; Streifen; Tresse; Ufer; Umrandung; Umriß; Verbrämung; Verwaltung; Wasserseite
caballete	Gipfel; Höhepunkt; Spitze	Bock; Dummheit; Enormität; Esel; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Gestell; Hirschböcke; Irrtum; Klappe; Knarre; Mangel; Mißerfolg; Mißgriff; Plappertasche; Rassel; Schnitzer; Schwäche; Staffelei; Stütze; Träger; Verfehlung; Verirrung; Versehen; Verstoß
cenit	Gipfel; Spitze	Höhepunkt; Spitze; Zenit
cima	Gipfel; Gipfelpunkt; Spitze
clímax	Gipfel; Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt	Höhepunkt; Klimax; Orgasmus; Spitze
colmo	Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Hügelgipfel; Spitze; Zenit; höchster Punkt	Höhepunkt; Spitze
copa de un árbol	Gipfel; Gipfelpunkt
coronilla	Gipfel; Gipfelpunkt	Krone
cresta	Gipfel; Spitze	Bergrücken; Gebirgskamm; Hahnenkamm; Hügelrücken; Kamm
culminación	Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Hügelgipfel; Spitze; Zenit; höchster Punkt	Höhepunkt; Spitze
cumbre	Berggipfel; Gipfel; Gipfelkonferenz; Gipfelpunkt; Gipfeltreffen; Höchsterreichbare; Hügelgipfel; Spitze; Zentrumspitze	Zenit
cúspide	Gipfel; Höhepunkt; Spitze	Zenit
encuadramiento	Aufstellung; Gipfel; Grenze; Kante; Leiste; Rahmen; Register; Tabelle; Umrandung; Verzeichnis	Beschlag; Borte; Leiste; Rahmen; Rand
hora punta	Berggipfel; Gipfel; Spitze	Hauptverkehrsstunde; Hauptverkehrszeit; Spitzenzeit; Stoßzeit; Verkehrsspitze
lado superior	Gipfel; Höhepunkt; Spitze	Oberseite; Spitze
mollera	Gipfel; Gipfelpunkt	Gehirnkasten; Kopf; Schädel
momento culminante	Gipfel; Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt	Höhepunkt; Klimax; Orgasmus
pico	Berggipfel; Gipfel; Gipfelpunkt; Höchsterreichbare; Spitze; Zentrumspitze	Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze; Schnäbel; Schwätzer; Tülle; Unverschämt sein
pináculo	Gipfel; Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt
punta	Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Hügelgipfel; Spitze; Zenit; höchster Punkt	Ablauf; Anspielung; Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Direktion; Ende; Erfahrung; Fahrt; Fingerzeig; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Hinweis; Indiz; Leitung; Oberseite; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schimmer; Schule; Seite; Spazierfahrt; Spitze; Spur; Stichwort; Tip; Verwaltung; Wink; Zeitpunkt
punto culminante	Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Hügelgipfel; Spitze; Zenit; höchster Punkt	Gipfelpunkt
punto más alto	Berggipfel; Gipfel; Gipfelpunkt; Höchsterreichbare; Hügelgipfel; Spitze; Zentrumspitze
punto álgido	Gipfel; Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt
súmmum	Gipfel; Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt
top	Gipfel
tope	Gipfel; Höchsterreichbare; Spitze	Höchstmaß; Maximum
topes	Gipfel; Höhepunkt; Spitze	Oberseite; Spitze
ápice	Gipfel; Spitze	Deut; Haarbreit
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
borde		Rahmen

Synoniemen voor "Gipfel":

Glanzleistung; Glanzlicht; Glanzpunkt; Highlight; Höhe; Höhepunkt; Krönung; Spitze; Spitzenleistung; Sternstunde
Zinne
Gipfelpunkt; Klimax; Kulminationspunkt; Maximum; Optimum; Scheitelpunkt; Zenit
Gipfeltreffen; Spitzentreffen
Bergspitze; höchste Stelle eines Berges

Wiktionary: Gipfel

Gipfel

noun

das Höchstmaß einer Leistung, eines Vorgangs oder einer Emotion
- Gipfel → culmo
ein politisches Spitzentreffen
- Gipfel → cumbre
die höchste Stelle eines Berges oder eines Gebirgszuges
- Gipfel → cima

Cross Translation:

From	To	Via
• Gipfel	→ cima; ápice	↔ apex — highest point
• Gipfel	→ cima	↔ peak — mountain top
• Gipfel	→ cima; pico; cumbre	↔ summit — peak, top of mountain
• Gipfel	→ cumbre	↔ summit — gathering of leaders
• Gipfel	→ vale; cumbre	↔ top — hoogste punt, (bovenste) uiteinde
• Gipfel	→ apogeo	↔ apogée — Point où un astre se trouve à sa plus grande distance de la Terre.
• Gipfel	→ cumbre; cima	↔ sommet — Définition 1, partie élevée :

Remove Ads

Vertaal Gipfel van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Gipfel (Duits) in het Spaans

Gipfel:

Gipfel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Gipfel

der Gipfel (Berggipfel; Spitze)

der Gipfel (Gipfelpunkt)

der Gipfel (Höchsterreichbare; Spitze)

der Gipfel (Spitze)

der Gipfel (Spitze)

der Gipfel (Rahmen; Kante; Leiste; Umrandung; Verzeichnis; Grenze; Aufstellung; Tabelle; Register)

der Gipfel (Zentrumspitze; Gipfelpunkt; Berggipfel)

der Gipfel (Gipfeltreffen; Gipfelkonferenz)

der Gipfel (Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt)

der Gipfel (Gipfelpunkt; Hügelgipfel)

der Gipfel (Höhepunkt; Spitze)

der Gipfel (Gipfelhöhe)

Vertaal Matrix voor Gipfel:

Synoniemen voor "Gipfel":

Wiktionary: Gipfel