Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Gesäusel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gesäusel (Duits) in het Spaans

Gesäusel:

Gesäusel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gesäusel (Gebrumm; Gesumm; Gebrumme)
    el ruido; el zumbido
    • ruido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zumbido [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gesäusel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ruido Gebrumm; Gebrumme; Gesumm; Gesäusel Andrang; Aufruhr; Betrieb; Klang; Krach; Laut; Lärm; Radau; Rummel; Rührigkeit; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Ton; Trara; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr
zumbido Gebrumm; Gebrumme; Gesumm; Gesäusel Aufruhr; Gemurmel; Geräusch; Geschnurre; Gesumm; Krach; Radau; Rrring!; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult; anstupsen