Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gemecker (Duits) in het Spaans

Gemecker:

Gemecker [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gemecker (Geschwatze; Getratsche)
    el follón; el rollo; el jaleo; la matraca; la machaconería
    • follón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rollo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • jaleo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • matraca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • machaconería [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gemecker (Geklage; Klagen; Stöhnen; Gejammer; Genörgel)
    la lamentaciones; la quejas
  3. Gemecker (Gejammer; Klagen; Stöhnen; )
    la quejas; el gruñido; la lamentaciones
  4. Gemecker (Schimpferei; Genörgel; Geschimpfe)
    la afrenta; el ultraje
    • afrenta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ultraje [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gemecker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrenta Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Schimpferei Geschimpf; Schimpferei; Schimpfwörter sagen
follón Gemecker; Geschwatze; Getratsche Durcheinander; Gejammer; Geleier; Genörgel; Gequake; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Getratsche; Gezänk; Herumtollen; Klönen; Krakeel; Scherrerei
gruñido Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen Anschnauz; Anschnauzer; Geknatter; Gemurmel; Gesumm; Grollen; Grummen; Grunzen; Knurren; Pöbel
jaleo Gemecker; Geschwatze; Getratsche Belästigung; Betrieb; Durcheinander; Gedränge; Gedrängtheit; Geräusch; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezänk; Grübelei; Mühe; Mühsal; Plackerei; Rummel; Scherrerei; Treiben; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr; ungeordnetes Treiben; Überbelästigung
lamentaciones Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen Gefasel; Gejammer; Geleier; Grummen; Knurren; Lamentieren; Quengelei
machaconería Gemecker; Geschwatze; Getratsche Durcheinander; Gezänk; Grübelei; Mühe; Mühsal; Plackerei; Scherrerei
matraca Gemecker; Geschwatze; Getratsche Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
quejas Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen Durcheinander; Gefasel; Gejammer; Geleier; Gezänk; Grummen; Knurren; Kummer; Lamentieren; Last; Lästigkeit; Quengelei; Schererei; Scherereien; Scherrerei; Schlamassel; Schwierigkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgernis
rollo Gemecker; Geschwatze; Getratsche Chaos; Durcheinander; Gewirr; Gezänk; Leid; Misere; Mißgeschick; Not; Personage; Rolle; Scherrerei; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Tonneau; Unglück; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
ultraje Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Schimpferei Gespött; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verspottung