Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Gehalt

Vertaal Gehalt van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Gehalt:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gehalt (Duits) in het Spaans

Gehalt:

Gehalt [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gehalt (Einkommen; Lohn; Besoldung; )
    el salario; el sueldo; el pago
    • salario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sueldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pago [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gehalt (Einkommen; Lohn; Besoldung; )
    el salario; el sueldo; el gajes; el ingresos; la renta; la entradas; el honorarios
    • salario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sueldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gajes [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ingresos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • renta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • entradas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • honorarios [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. Gehalt (Qualität)
    el grado
    • grado [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. Gehalt (Belohnung; Lohn; Honorar; )
    la remuneración; la recompensa; el gajes; el honorario; el sueldo; el premio; el salario; el pago; la paga; la soldada
    • remuneración [la ~] zelfstandig naamwoord
    • recompensa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gajes [el ~] zelfstandig naamwoord
    • honorario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sueldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • premio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • salario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • paga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • soldada [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. Gehalt (Einkommen)
    la entradas; el sueldo; el honorarios; el salario
  6. Gehalt (Einkommen)
    el salario; el sueldo; el pago; la paga; el honorario; el asalariamiento
    • salario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sueldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • paga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • honorario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asalariamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. Gehalt (Einkünfte; Verdienste; Einkommen; )
    el ingresos; la ganancias; el sueldo; la renta; el salario; el honorarios; la paga; el méritos; la mensualidad; la entradas
  8. Gehalt (Preisliste; Fortschritt; Fahrpreis; )
    la lista de precios; la tarifa; la reclamación; el adelanto; la pretensión
  9. Gehalt (Bezahlung; Lohn; Besoldung; )
    el sueldo
    • sueldo [el ~] zelfstandig naamwoord

Gehalt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gehalt
    la ralea
    • ralea [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gehalt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelanto Anspruch; Antrag; Berechtigung; Einforderung; Entgeld; Erhebung; Fahrpreis; Forderung; Fortgang; Fortschritt; Gebühr; Gebühren; Gehalt; Gehälter; Hebung; Preisliste Anzahl teilnehmender Personen; Auftritt; Darlehen; Entwicklung; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Progression; Teilnahme; Verlauf; Vorschuß
asalariamiento Einkommen; Gehalt
entradas Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste Abschnitt; Anzahlungen; Empfangsschein; Karten; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Schein; Zettel; Zugang; Zugänge; Überweisungsschein
gajes Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen
ganancias Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste Einkommen; Einkünfte; Ergebnis; Gewinn; Revenue
grado Gehalt; Qualität Doktorentitel; Grad; Gradation; Klasse; Maß; Niveau; Rang; Skala; Stellung; Thermometergrad; Titel; Wissenschaftlicher Grad; Wärmegrad
honorario Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen
honorarios Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste
ingresos Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste Ankunft; Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Eintreffen; Revenue; Umsatzerlös; Zutritte
lista de precios Anspruch; Antrag; Berechtigung; Einforderung; Entgeld; Erhebung; Fahrpreis; Forderung; Fortgang; Fortschritt; Gebühr; Gebühren; Gehalt; Gehälter; Hebung; Preisliste Preisliste; Preistafel; Tarif; Zoll
mensualidad Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen
méritos Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste Bezüge; Verdienste
paga Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst; Verdienste
pago Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst Abtragen; Abzahlen; Arbeitslosengeld; Arbeitslosenunterstützung; Auszahlung; Begleichung; Beistand; Beleg; Bezahlung; Einlösung; Empfangsschein; Entgeld; Familienhilfe; Fürsorge; Kassenbon; Kassenschein; Leistung; Quittung; Sozialhilfe; Stütze; Unterstützung; Zahlen; Zahlung
premio Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Finderlohn; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Hauptgewinn; Haupttreffer; Krönung; Prämie; Tantieme; Versicherungsprämie; Zuschlag
pretensión Anspruch; Antrag; Berechtigung; Einforderung; Entgeld; Erhebung; Fahrpreis; Forderung; Fortgang; Fortschritt; Gebühr; Gebühren; Gehalt; Gehälter; Hebung; Preisliste Anmassung; Anmaßung; Antrag; Arroganz; Erhabenheit; Heiratsantrag; Hochmütigkeit; Hoffart; Illusion; Prätension; Selbstgefälligkeit; Überheblichkeit
ralea Gehalt
reclamación Anspruch; Antrag; Berechtigung; Einforderung; Entgeld; Erhebung; Fahrpreis; Forderung; Fortgang; Fortschritt; Gebühr; Gebühren; Gehalt; Gehälter; Hebung; Preisliste Beanstandung; Beschwerde; Beschwerdeschrift; Einforderung; Einkassieren; Forderung; Gegenforderung; Gegenmaßnahme; Klage; Krankheit; Leiden; Ärgernis; Übel
recompensa Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst Entschädigung; Finderlohn; Gratifikation; Prämie; Vergütung
remuneración Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst Entgeld; Entschädigung; Gehaltsregelung; Honorar; Tarifregelung; Vergütungen
renta Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste Einkommen; Grundzins; Mietertrag; Zins
salario Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste Anfertigungskosten; Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Herstellungskosten; Lohn und Gehalt
soldada Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst Sold
sueldo Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezug; Einkommen; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst
tarifa Anspruch; Antrag; Berechtigung; Einforderung; Entgeld; Erhebung; Fahrpreis; Forderung; Fortgang; Fortschritt; Gebühr; Gebühren; Gehalt; Gehälter; Hebung; Preisliste Tarif; Zoll
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
honorario Titular; ehrenamtlich; unbesoldet

Synoniemen voor "Gehalt":


Wiktionary: Gehalt

Gehalt
noun
  1. ein Geldbetrag, welcher auf Grund von verrichteter Arbeit regelmäßig bezahlt wird
Cross Translation:
FromToVia
• Gehalt → salario ↔ salaris — regelmatige, meestal maandelijkse beloning voor werk verricht in een werkverband
• Gehalt → salario; sueldo ↔ salary — fixed amount of money paid on monthly or annual basis
• Gehalt → estipendio; salario ↔ stipend — fixed payment
• Gehalt → tamaño; extensión ↔ ampleur — caractère de ce qui est ample.
• Gehalt → salario; sueldo ↔ salaire — rémunération pour un travail.
• Gehalt → estatura; talla; medida; dimensión; extensión; tamaño ↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Verwante vertalingen van Gehalt







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0498 seconde
Page rendered in 1.0 seconds