Geübtheit in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Geübtheit:
- prácticas; práctica; carrera; experiencia; entrenamiento; habilidad; formación; capacitación; rutina; consulta; estudios

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geübtheit (Duits) in het Spaans

Geübtheit:

Geübtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Geübtheit (Routine; Erfahrung; Praxis)
la prácticas; la práctica; la carrera; la experiencia; el entrenamiento; la habilidad; la formación; la capacitación; la rutina; la consulta; el estudios
- prácticas [la ~] zelfstandig naamwoord
- práctica [la ~] zelfstandig naamwoord
- carrera [la ~] zelfstandig naamwoord
- experiencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- entrenamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- formación [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- rutina [la ~] zelfstandig naamwoord
- consulta [la ~] zelfstandig naamwoord
- estudios [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geübtheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
capacitación	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine
carrera	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Gehetz; Gelaufe; Gerenne; Getraabe; Hardlaufkampf; Hetzerei; Kurs; Kursus; Lehrgang; Partie; Rennen; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Studium; Traben; Wettbewerb; Wettkampf; Wettlauf; Wettrennen; Wettstreit; kampf; marathon
consulta	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Abfrage; Arztpraxis; Beraten; Beratung; Besuchsstunde; Besuchszeit; Empfangstag; Konsultation; Praxis; Rat; Raten; Ratschlag; Rücksprache; Sprechstunde; Sprechzimmer
entrenamiento	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Inhalt eines Buches; Thema; Thema eines Buches; Training
estudios	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Arbeitszimmer; Aufnahmestudio; Ausbildung; Fingerübung; Kurs; Kursus; Lehrgang; Schulstunde; Schulung; Studierzimmer; Studios; Studium; Stunde; Training; Unterricht; Unterrichtsstunde; Übung
experiencia	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Behendigkeit; Bewandertheit; Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis; Facharbeit; Fachmannschaft; Fachwerk; Fertigkeit; Fähigkeit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Handwerk; Kenntnisse; Kunst; Können; Könnerschaft; Tüchtigkeit; Wissen; fachmännische Können; sehr erfahren sein
formación	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ausbildung; Bildung; Dressur; Entwicklung; Erziehung; Flußquelle; Formation; Gestaltung; Kundig machen; Schulung; Training; Unterrichtswesen
habilidad	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Erfahrung; Erkenntnis; Erlebnis; Falschheit; Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geriebenheit; Gerissenheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Handfertigkeit; Hinterlist; Kampf; Kenntnis; Kenntnisse; Klugheit; Kniff; Krieg; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Sachverstand; Schlacht; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Schärfe; Spitzfindigkeit; Spitzigkeit; Trick; Tüchtigkeit; Verschlagenheit; Wissen; Witzigkeit
práctica	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ausübung; Erfahrung; Erkenntnis; Erlebnis; Übungsaufgabe
prácticas	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ausbildung; Fingerübung; Praktikum; Schulung; Training; Übung
rutina	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Alltagstrott; Einerlei; Eintönigkeit; Erfahrung; Erkenntnis; Erlebnis; Gleichförmigkeit; Routine; Schablone; Stereotyp; vorbestimmes Schema

Synoniemen voor "Geübtheit":

Versiertheit

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Geübtheit van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Geübtheit (Duits) in het Spaans

Geübtheit:

Geübtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Geübtheit (Routine; Erfahrung; Praxis)

Vertaal Matrix voor Geübtheit:

Synoniemen voor "Geübtheit":