Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Erscheinung

Vertaal Erscheinung van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Erscheinung:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erscheinung (Duits) in het Spaans

Erscheinung:

Erscheinung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erscheinung (Erscheinungsform; Gestalt; Aussehen)
    el aspecto; el semblante; el aire; la expresión; la cara; la figura
    • aspecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • semblante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aire [el ~] zelfstandig naamwoord
    • expresión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cara [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Erscheinung (Aussehen; Ansicht; Äußere; )
    la apariencia
  3. die Erscheinung (Erscheinen)
    el aparecer; el presentarse; la aparición; la presentación
  4. die Erscheinung (Erscheinungsform; Erscheinungsbild; Erscheinen)
    la aparición; la forma de aparecer
  5. die Erscheinung (Phänomen; Symptom; Anzeichen)
    el fenómeno
  6. die Erscheinung (Figur; Gestalt; Wuchs; Erscheinen; Statur)
    la forma; la talla; la postura; el personaje; la aparición; la silueta; el tipo; el molde; la estatura; la figura; el aparecido; el modal
    • forma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • talla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • postura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • personaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aparición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • silueta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tipo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • molde [el ~] zelfstandig naamwoord
    • estatura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aparecido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • modal [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Erscheinung (Allüren; Statur; Ansicht; Aussehen; Erscheinungsform)
    el estilo
    • estilo [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Erscheinung (Statur; Figur; Erscheinungsform; Form; Erscheinen)
    la forma; la figura
    • forma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • figura [la ~] zelfstandig naamwoord
  9. die Erscheinung (Figur; Wuchs; Gestalt; Statur; Positur)
    la talla; la postura; la estatura
    • talla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • postura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estatura [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erscheinung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aire Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Ansehen; Außenluft; Freiluft; Melodie; Weise
aparecer Erscheinen; Erscheinung
aparecido Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs
aparición Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Abbildung; Ansehen; Anzahl teilnehmender Personen; Auftritt; Aussehen; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bild; Figur; Form; Gebilde; Geist; Geistererscheinung; Gespenstererscheinung; Gestalt; Hirngespinst; Meldung; Mitteilung; Offenbarung; Proklamation; Publikation; Schatten; Schemen; Statur; Teilnahme; Verlautbarung; Veröffentlichung; Vision; Äußere
apariencia Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere Anschein; Ansehen; Aussehen; Deckmantel; Ehre; Fassade; Illusion; Name; Reputation; Ruf; Schrei; Vorschützung; Vortäuschung; Äußere
aspecto Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Anblick; Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Aspekt; Ausblick; Aussicht; Betreff; Blick; Blickpunkt; Blickwinkel; Denkweise; Fall; Fernsicht; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Sache; Sicht; Streitfrage; Warte; Zeitpunkt; ansicht; kleinePunkt
cara Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Absonderung; Abtrennung; Anblick; Ansicht; Antlitz; Asthma; Ausblick; Aussicht; Blick; Fassade; Fernsicht; Front; Gesicht; Schauspiel; Sicht; Szene; Trennung; Vorderseite; vordere Ende
estatura Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Anhöhe; Anteil; Aufbau; Ausmaß; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Brocken; Bruchteil; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Glied; Grundstück; Größe; Haus; Hirngespinst; Häuser; Höhe; Klumpen; Komplex; Konstruktion; Körperlänge; Los; Menge; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schatten; Schemen; Schoß; Segment; Struktur; Stück; Teil; Teilchen; Unterpfand; großes und dickes Stück
estilo Allüren; Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Statur Art; Formatvorlage; Methode; Stil
expresión Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Ausdruck; Aussprache; Aüsserung; Bekanntgabe; Bezeichnung; Blick; Erklärung; Formulierung; Gesichtsausdruck; Information; Mitteilung; Redensart; Redewendung; Sprichwort; Urteil; Zeugenaussage; Äußerung
fenómeno Anzeichen; Erscheinung; Phänomen; Symptom
figura Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gestalt; Statur; Wuchs Einzelwesen; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Hirngespinst; Mensch; Menschenkind; Person; Schatten; Schemen; Statur; Typ; Wesen
forma Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gestalt; Statur; Wuchs Abdruck; Anstand; Anstandslehre; Art; Art und Weise; Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Ehrlichkeit; Eikleidung; Form; Geldkurs; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Gestalt; Gestaltung; Gießform; Gips; Guß; Gußform; Handlungsweise; Hirngespinst; Höflichkeit; Kondition; Kurs; Methode; Münzsorte; Paßform; Schatten; Schemen; Schick; Schnitt; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Sitz; Umrechnungskurs; Valuta; Verfassung; Verhaltensmaßregel; Vorstellungsweise; Wechselgebühr; Wechselkurs; Währung; Währungseinheit; in Form sein
forma de aparecer Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform
modal Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Gießform; Gußform
molde Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Abdruck; Abguß; Aufguß; Druckform; Form; Giessform; Gießform; Gips; Guß; Gußform; Matrix; Schablone
personaje Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Figur; Form; Gestalt; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Typ; Wesen
postura Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Anschauung; Ansehen; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eierlegen; Einlage; Geisteshaltung; Geisteszustand; Geldeinsatz; Gesinnung; Haltung; Körperhaltung; Legen; Mentalität; Position; Postur; Standpunkt; Überzeugung
presentación Erscheinen; Erscheinung Ablieferung; Anerbieten; Aufgabe; Ausdruck; Auslieferung; Beförderung; Bekanntmachung; Besorgung; Bestellung; Bildschirmpräsentation; Diaschau; Diashow; Eikleidung; Einreichung; Einschickung; Einsendung; Lieferung; Prolog; Präsentation; Sendung; Speech; Ton; Versand; Versandung; Versendung; Vorlage; Vorschlag; Vorstellungsweise; Vortrag; Zustellung; Überreichung
presentarse Erscheinen; Erscheinung
semblante Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Ansehen; Aussehen; Äußere
silueta Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Hirngespinst; Schatten; Schemen
talla Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Abmessung; Abschnitt; Aufbau; Ausdehnung; Ausmaß; Aussehen; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Bedeutung; Dimension; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Format; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Gestalt; Grundstück; Größe; Haltung; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Körperlänge; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand; Äußere
tipo Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Statur; Wuchs Art; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bruchschrift; Bruder; Bursche; Druckbuchstabe; Druckschrift; Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Erzeugnis; Figur; Form; Gattung; Gebilde; Geck; Geschöpf; Geselle; Gestalt; Individuum; Kauz; Kerl; Kerlchen; Mann; Meldung; Mensch; Menschenkind; Mitteilung; Person; Sorte; Stutzer; Typ; Verlautbarung; Veröffentlichung; Vogel; Wesen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparecer anbieten; ans licht kommen; aufsteigen; auftauchen; ausschauen; ausschlüpfen; aussehen; darbieten; eintreten; erscheinen; feilbieten; freilegen; gefallen; geschikt sein; heraufkommen; hervorbrechen; konvenieren; passen; präsentieren; scheinen; schmecken; sich ergeben; steigen; tauchen; taugen; vom Grund heraufholen; vorführen; vorstellen; vorzeigen; wieder erscheinen; zeigen; zu vorschein kommen
presentarse Aufwartung machen; agieren; ans licht kommen; anschwellen; aufgehen; aufsteigen; auftauchen; auftreten; eintreten; enstehen; entkeimen; entspringen; entstehen; erscheinen; erstehen; fungieren; gelangen; heraufkommen; schwellen; sich erheben; sicherheben; steigen; vorwärts treten; wachsen; werden; wieder erscheinen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
expresión Ausdruck
forma Form; Shape
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
modal durchschnittlich; im Durchschnitt; mittelmäßig; modal

Synoniemen voor "Erscheinung":


Wiktionary: Erscheinung

Cross Translation:
FromToVia
• Erscheinung → epifanía; manifestación ↔ epiphany — manifestation or appearance of a divine or superhuman being
• Erscheinung → espíritu; aparecido; aparición; sombra; espectro; fantasma; alma ↔ ghost — spirit appearing after death
• Erscheinung → manifestación ↔ manifestation — the act or process of becoming manifest
• Erscheinung → visión ↔ visioen — een droombeeld
• Erscheinung → aire ↔ air — mélange gazeux constituer l’atmosphère.
• Erscheinung → velocidad; paso; marcha; aspecto; apariencia; andamiento ↔ allure — façon d’aller, de marcher.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0601 seconde
Page rendered in 1.0 seconds