Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Epidemie

Vertaal Epidemie van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Epidemie:
- epidemia; azote; calamidad; plaga; flagelo
Wiktionary:
- Epidemie → epizootia, enfermedad contagiosa, epidemia
- Epidemie → epidemia

Duits

Uitgebreide vertaling voor Epidemie (Duits) in het Spaans

Epidemie:

Epidemie [die ~] zelfstandig naamwoord

die Epidemie (Plage; Pest; Seuche)
la epidemia; el azote; la calamidad; la plaga; el flagelo
- epidemia [la ~] zelfstandig naamwoord
- azote [el ~] zelfstandig naamwoord
- calamidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- plaga [la ~] zelfstandig naamwoord
- flagelo [el ~] zelfstandig naamwoord
die Epidemie
la epidemia
- epidemia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Epidemie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
azote	Epidemie; Pest; Plage; Seuche	Geisel; Geißel; Heimsuchung; Peitsche; Prüfung; Zuchtrute
calamidad	Epidemie; Pest; Plage; Seuche	Behinderung; Belästigung; Ergernis; Ergernisse; Farce; Katastrophe; Qual; Quälung; Störung; Täuschung; Ungemach; Zusammenbruch; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis
epidemia	Epidemie; Pest; Plage; Seuche
flagelo	Epidemie; Pest; Plage; Seuche	Geißel; Peitsche
plaga	Epidemie; Pest; Plage; Seuche

Synoniemen voor "Epidemie":

Gottesgeißel; Infektionskrankheit; Seuche; Volkskrankheit

Wiktionary: Epidemie

Epidemie

noun

massenhaftes Auftreten einer Krankheit innerhalb einer Population
- Epidemie → epizootia; enfermedad contagiosa; epidemia

Cross Translation:

From	To	Via
• Epidemie	→ epidemia	↔ epidemic — widespread disease
• Epidemie	→ epidemia	↔ epidemie — besmettelijke ziekte die zich snel verspreidt onder een groep van mensen
• Epidemie	→ epidemia	↔ épidémie — médecine\|fr maladie qui atteindre en même temps et dans le même lieu un grand nombre de personnes ou d'animaux.