Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Domizil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Domizil (Duits) in het Spaans

Domizil:

Domizil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Domizil (Wohnsitz)
    el domicilio

Vertaal Matrix voor Domizil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
domicilio Domizil; Wohnsitz Akkommodation; Bleibe; Hausadresse; Logis; Obdach; Privatadresse; Quartier; Startpunkt; Unterkommen; Unterkunft; Wohnort; Wohnplatz; Wohnraumbeschaffung; Wohnsitz; Wohnung

Synoniemen voor "Domizil":


Wiktionary: Domizil

Domizil
noun
  1. Wohnsitz

Cross Translation:
FromToVia
Domizil domicilio domicile — home or residence
Domizil alojamiento; vivienda logement — Local d'habitation.