Dünkel in het Spaans vertaald uit het Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor Dünkel (Duits) in het Spaans

der Dünkel (Finsternis; Dunkelheit; Düsterheit)
la oscuridad; la penumbra
- oscuridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- penumbra [la ~] zelfstandig naamwoord
der Dünkel (Trugbilder)
la alucinaciones; la ilusiones; la quimeras; la fantasías; la presunciones; el engreimientos
- alucinaciones [la ~] zelfstandig naamwoord
- ilusiones [la ~] zelfstandig naamwoord
- quimeras [la ~] zelfstandig naamwoord
- fantasías [la ~] zelfstandig naamwoord
- presunciones [la ~] zelfstandig naamwoord
- engreimientos [el ~] zelfstandig naamwoord
der Dünkel
la alucinaciones; la presunciones; la suficiencias
- alucinaciones [la ~] zelfstandig naamwoord
- presunciones [la ~] zelfstandig naamwoord
- suficiencias [la ~] zelfstandig naamwoord
der Dünkel
el desprecios
- desprecios [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alucinaciones	Dünkel; Trugbilder	Augentäuschung; Einbildung; Einbildungskraft; Fata Morgana; Fiktion; Illusion; Luftspiegelung; Phantasie; Täuschung; Wahnidee
desprecios	Dünkel
engreimientos	Dünkel; Trugbilder
fantasías	Dünkel; Trugbilder
ilusiones	Dünkel; Trugbilder	Augentäuschung; Einbildung; Einbildungskraft; Fata Morgana; Fiktion; Gespinst; Hirngespinst; Illusion; Luftspiegelung; Phantasie; Trugbild; Täuschung; Wahnbild; Wahnidee; Wunschträume; optische Täuschung
oscuridad	Dunkelheit; Dünkel; Düsterheit; Finsternis	Dunkelheit; Düsterheit; Finsternis; Lebensmüdigkeit; Mutlosigkeit; Ratlosigkeit; Schwermut; Schwermütigkeit; Trübsal; Trübsinn; Unbekanntheit; Undeutlichkeit; Unkenntnis; Verzweiflung
penumbra	Dunkelheit; Dünkel; Düsterheit; Finsternis	Dämmerlicht; Dämmerung; Finsternis; Flimmern; Glühen; Halbdunkel; Zwielicht
presunciones	Dünkel; Trugbilder
quimeras	Dünkel; Trugbilder	Einbildung; Gedankenwelt; Illusion; Phantasie; Vorstellung
suficiencias	Dünkel

Dünkel

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Dünkel	→ altanería; soberbia; arrogancia; altivez	↔ arrogance — act or habit of arrogating, or making undue claims in an overbearing manner
• Dünkel	→ hybris; hibris	↔ hubris — excessive pride or arrogance
• Dünkel	→ soberbia	↔ pride — proud or disdainful behavior or treatment; insolence or arrogance of demeanor; haughty bearing and conduct