Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Bitterkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bitterkeit (Duits) in het Spaans

Bitterkeit:

Bitterkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bitterkeit (Groll; Verbitterung)
    la amargura; la aflicción; el agror; el amargor; el cinismo
    • amargura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aflicción [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agror [el ~] zelfstandig naamwoord
    • amargor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cinismo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Bitterkeit (Schärfe)
    el desprecio; el escarnio; el sarcasmo; el desdaño

Vertaal Matrix voor Bitterkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflicción Bitterkeit; Groll; Verbitterung Bekümmernis; Betrübnis; Folter; Gram; Katastrophe; Kummer; Lebensmüdigkeit; Leid; Misere; Mißgeschick; Mutlosigkeit; Mühe; Not; Pein; Qual; Quälerei; Ratlosigkeit; Schererei; Scherereien; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Schmerz; Schwermut; Tragödie; Trauer; Traurigkeit; Trübsal; Trübseligkeit; Trübsinnigkeit; Unannehmlichkeit; Unglück; Verdrießlichkeit; Verdruß; Verzweiflung; Ärger; Ärgernis
agror Bitterkeit; Groll; Verbitterung
amargor Bitterkeit; Groll; Verbitterung Groll; Rachsucht; Verbitterung
amargura Bitterkeit; Groll; Verbitterung Groll; Rachsucht; Verbitterung
cinismo Bitterkeit; Groll; Verbitterung Zynismus
desdaño Bitterkeit; Schärfe
desprecio Bitterkeit; Schärfe Abwertung; Anmaßung; Arroganz; Eigendünkel; Erniedrigung; Geringschätzung; Gespött; Herabsetzung; Hochmut; Hochmütigkeit; Hohn; Selbstgefälligkeit; Verachtung; Verächtlichkeit; Überheblichkeit
escarnio Bitterkeit; Schärfe Gespött; Hohn; Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Spott; Spöttelei; Spötterei; Verachtung; Verhöhnen; Verleumdung; Verspotten; Verspottung
sarcasmo Bitterkeit; Schärfe Gespött; Hohn; Verachtung

Synoniemen voor "Bitterkeit":


Wiktionary: Bitterkeit


Cross Translation:
FromToVia
Bitterkeit amargo bitterness — quality of being bitter in taste
Bitterkeit acrimonia; amargura âcretéqualité de ce qui est âcre.