Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Bewirtung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bewirtung (Duits) in het Spaans

Bewirtung:

Bewirtung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bewirtung (Leckerbissen)
    el regalo
    • regalo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Bewirtung
    el tratado; el tratadito

Vertaal Matrix voor Bewirtung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regalo Bewirtung; Leckerbissen Gefälligkeit; Geschenk; Kleinigkeit
tratadito Bewirtung
tratado Bewirtung Abmachung; Bestimmung; Bindung; Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Ebenbild; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gilde; Gleichnis; Kameradschaft; Klub; Korporation; Körperschaft; Liga; Pakt; Regeln; Regelung; Regulierung; Verband; Verbindung; Verein; Vereinbarung; Vereinigung; Vergleich; Vertrag; Übereinstimmung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tratado behandeld

Synoniemen voor "Bewirtung":


Wiktionary: Bewirtung

Bewirtung
noun
  1. Versorgung von Gast mit Lebensmitteln und ähnlichem