Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Besonnenheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besonnenheit (Duits) in het Spaans

Besonnenheit:

Besonnenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besonnenheit (Mäßigung)
    la modestia; la moderación; la sobriedad; el recogimiento

Vertaal Matrix voor Besonnenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moderación Besonnenheit; Mäßigung Biederkeit; Bravheit; Erleichterung; Linderung; Milderung; Mäßigung; Zurückgezogenheit
modestia Besonnenheit; Mäßigung Anspruchslosheit; Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Einfachheit; Einfalt; Genügsamkeit; Schlichtheit; Untertänigkeit; Unterwürfigkeit; Zurückgezogenheit
recogimiento Besonnenheit; Mäßigung Fallholzsammeln; Holzlesen; Zurückgezogenheit
sobriedad Besonnenheit; Mäßigung Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Einfachheit; Einfalt; Genügsamkeit; Schlichtheit; Zurückgezogenheit

Synoniemen voor "Besonnenheit":


Computer vertaling door derden: