Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bautechniker (Duits) in het Spaans

Bautechniker:

Bautechniker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bautechniker (Baumeister)
    el arquitecto técnico; el maestro de construcción; el arquitecto
  2. der Bautechniker (Architekt; Baumeister; Architektin; Baukundige)
    el arquitecto

Vertaal Matrix voor Bautechniker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arquitecto Architekt; Architektin; Baukundige; Baumeister; Bautechniker Architekt; Architektin; Baukundige; Baumeister
arquitecto técnico Baumeister; Bautechniker Architektin
maestro de construcción Baumeister; Bautechniker Architektin