Austeiler in het Spaans vertaald uit het Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor Austeiler (Duits) in het Spaans

der Austeiler (Distributeur)
el distribuidor; el repartidor
- distribuidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- repartidor [el ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler; Verbreiter; Austeilerin)
el distruibidor; el difusor
- distruibidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- difusor [el ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
el distribuidor
- distribuidor [el ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
el expediente
- expediente [el ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
el repartidores
- repartidores [el ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler; Verbreiter)
el distribuidor; el repartidor; el difusor
- distribuidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- repartidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- difusor [el ~] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler)
el distribuidores; el repartidores
- distribuidores [el ~] zelfstandig naamwoord
- repartidores [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
difusor	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler	Diffusor
distribuidor	Austeiler; Distributeur; Verbreiter; Verteiler	Bote; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Verleiherin; Verteiler; Zusteller
distribuidores	Austeiler; Verteiler
distruibidor	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler
expediente	Austeiler	Aktenheft; Aktenordner; Dossier; Ordner; Register; Scheine; Unterlagen
repartidor	Austeiler; Distributeur; Verbreiter; Verteiler	Austeilerin; Bote; Briefträger; Distributorin; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Verleiherin; Verteilerin; Zusteller
repartidores	Austeiler; Verteiler	Austräger