Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ausstattungsstück:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausstattungsstück (Duits) in het Spaans

Ausstattungsstück:

Ausstattungsstück [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausstattungsstück (Ausrüstungsstück)
    el equipo; el material; el objeto de equipo

Vertaal Matrix voor Ausstattungsstück:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
equipo Ausrüstungsstück; Ausstattungsstück Apparat; Apparatur; Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Computersystem; Fußballmannschaft; Gerät; Girlande; Gruppe; Mannschaft; Maschine; PC; Partei; Personalcomputer; Team; Verzierung; Zierde
material Ausrüstungsstück; Ausstattungsstück Material; Zeug
objeto de equipo Ausrüstungsstück; Ausstattungsstück Ausrüstung; Ausstattung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
material lakonisch; materiell; nüchtern; sachlich; stofflich