Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Ausschüttung

Vertaal Ausschüttung van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ausschüttung:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausschüttung (Duits) in het Spaans

Ausschüttung:

Ausschüttung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausschüttung (Beruhigung; Erleichterung; Aufklärung; )
    el alivio; el aligeramiento; el alumbrado; la confortación
  2. die Ausschüttung (Ausgießen)
    el verter; el vaciar completamente

Vertaal Matrix voor Ausschüttung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aligeramiento Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung Erleichterung; Linderung; Milderung
alivio Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung Ausspannung; Beruhigung; Entspannung; Erholung; Erleichterung; Linderung; Milderung; Trost; Zerstreuung
alumbrado Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung Beleuchtung; Erleichterung; Linderung; Milderung
confortación Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung
vaciar completamente Ausgießen; Ausschüttung
verter Ausgießen; Ausschüttung Einschenken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verter abräumen; abtropfen; auf den...giessen; aus dem Weg räumen; ausgießen; auslecken; ausräumen; ausscheiden; ausschütten; ausstellen; ausstoßen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; bewilligen; deponieren; durchfallen; durchsickern; eingießen; einreichen; einschenken; entleeren; erlauben; erweisen; fließen; geben; genehmigen; gewähren; gießen; gutheißen; gönnen; herauströpfeln; hinterlegen; kleckern; laufen; lecken; räumen; schenken; sickern; spenden; stiften; strömen; triefen; tropfen; tröpfeln; verehren; vergeuden; vergießen; vergönnen; verschenken; verschwenden; vertun; zuerkennen

Synoniemen voor "Ausschüttung":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0255 seconde
Page rendered in 1.0 seconds