Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Aussöhnung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aussöhnung (Duits) in het Spaans

Aussöhnung:

Aussöhnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Aussöhnung (Verbrüderung; Versöhnung)
    la reconciliación; el hermanamiento; la fraternización

Vertaal Matrix voor Aussöhnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fraternización Aussöhnung; Verbrüderung; Versöhnung
hermanamiento Aussöhnung; Verbrüderung; Versöhnung Städtepartnerschaft
reconciliación Aussöhnung; Verbrüderung; Versöhnung

Synoniemen voor "Aussöhnung":


Wiktionary: Aussöhnung

Aussöhnung
noun
  1. Beendigung einer Zwietracht, eines Streits

Cross Translation:
FromToVia
Aussöhnung reconciliación reconciliation — the reestablishment of friendly relations; conciliation or rapprochement