Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ausrufen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausrufen (Duits) in het Spaans

Ausrufen:

Ausrufen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ausrufen (Aufforderung; Aufruf)
    la convocatoria; la evocación; el llamamiento

Vertaal Matrix voor Ausrufen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
convocatoria Aufforderung; Aufruf; Ausrufen Ruf; Rufen; Schrei; Schreien; Stimme
evocación Aufforderung; Aufruf; Ausrufen Bekanntmachung; Schreiben; schriftliche Aufforderung
llamamiento Aufforderung; Aufruf; Ausrufen Aufruf; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien; Stimme