Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ausfall machen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausfall machen (Duits) in het Spaans

Ausfall machen:

Ausfall machen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ausfall machen (Angreifen)
    el atacar
    • atacar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausfall machen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atacar Angreifen; Ausfall machen Anfallen; Angreifen; angreifen; antasten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atacar Gewalt gebrauchen; anfallen; anfechten; angreifen; anstürmen; belagern; bestürmen; durchführen; durchsetzen; erzwingen; greifen; notzüchtigen; schließen; schänden; sperren; vergewaltigen; verletzen; verriegeln; verschließen; versperren; zumachen; zusperren; überfallen

Verwante vertalingen van Ausfall machen