Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausfahren (Duits) in het Spaans
Ausfahren:
-
Ausfahren
Vertaal Matrix voor Ausfahren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
darse una vuelta | Ausfahren | |
ponerse en marcha | Ausfahren | |
puesta en marcha | Ausfahren | Gebrauchnahme |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ponerse en marcha | anfahren; anfangen; anheben; aufnehmen; austreiben; beginnen; einsetzen; starten |