Aufseher in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Aufseher:
- supervisor; capataz; inspector; vigilante; guardia; portero; guarda; conserje; guardián; portezuela; carcelero; centinela; cuidador de animales; asistente; celador; ordenanza; controladores; inspectores; curador; administrador oficial; tutor; guardia civil
- guardia; vigilantes; inspectores; supervisores; inspectoras; celadores
Wiktionary:
- Aufseher → supervisor, capataz, director, comandante, guardabosque, guardapesca, guardacaza

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufseher (Duits) in het Spaans

Aufseher:

Aufseher [der ~] zelfstandig naamwoord

der Aufseher (jemand die Aufsicht führt über)
el supervisor; el capataz; el inspector
- supervisor [el ~] zelfstandig naamwoord
- capataz [el ~] zelfstandig naamwoord
- inspector [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Wächter; Wärter)
el vigilante; el guardia; el portero; la guarda; el conserje; el guardián
- vigilante [el ~] zelfstandig naamwoord
- guardia [el ~] zelfstandig naamwoord
- portero [el ~] zelfstandig naamwoord
- guarda [la ~] zelfstandig naamwoord
- conserje [el ~] zelfstandig naamwoord
- guardián [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Wächter; Wärter)
la portezuela; el vigilante; el guardián; el carcelero; el guardia; la guarda; el portero; el conserje; el centinela
- portezuela [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigilante [el ~] zelfstandig naamwoord
- guardián [el ~] zelfstandig naamwoord
- carcelero [el ~] zelfstandig naamwoord
- guardia [el ~] zelfstandig naamwoord
- guarda [la ~] zelfstandig naamwoord
- portero [el ~] zelfstandig naamwoord
- conserje [el ~] zelfstandig naamwoord
- centinela [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Tierpfleger; Betreuer)
el cuidador de animales; el supervisor; el inspector
- cuidador de animales [el ~] zelfstandig naamwoord
- supervisor [el ~] zelfstandig naamwoord
- inspector [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Wärter)
el asistente; el celador; el supervisor; el ordenanza; el inspector
- asistente [el ~] zelfstandig naamwoord
- celador [el ~] zelfstandig naamwoord
- supervisor [el ~] zelfstandig naamwoord
- ordenanza [el ~] zelfstandig naamwoord
- inspector [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Aufsichtsbeamten; Oberaufseher; Aufsichtsbeamter)
el controladores; el inspectores
- controladores [el ~] zelfstandig naamwoord
- inspectores [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Kurator; Konkursverwalter; Vormund; Begleiter; Inspizient; Konservator; Gefährte; Konkursrichter)
el curador; el administrador oficial; el tutor
- curador [el ~] zelfstandig naamwoord
- administrador oficial [el ~] zelfstandig naamwoord
- tutor [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Waldhüter; Feldhüter)
el guardia civil
- guardia civil [el ~] zelfstandig naamwoord
der Aufseher (Saalwärter)
el vigilante; el supervisor; el celador
- vigilante [el ~] zelfstandig naamwoord
- supervisor [el ~] zelfstandig naamwoord
- celador [el ~] zelfstandig naamwoord

Aufseher [die ~] zelfstandig naamwoord

die Aufseher (Aufsichtsbeamten)
el guardia; el vigilantes; el inspectores; el supervisores; la inspectoras
- guardia [el ~] zelfstandig naamwoord
- vigilantes [el ~] zelfstandig naamwoord
- inspectores [el ~] zelfstandig naamwoord
- supervisores [el ~] zelfstandig naamwoord
- inspectoras [la ~] zelfstandig naamwoord
die Aufseher
el vigilantes; el celadores
- vigilantes [el ~] zelfstandig naamwoord
- celadores [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufseher:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
administrador oficial	Aufseher; Begleiter; Gefährte; Inspizient; Konkursrichter; Konkursverwalter; Konservator; Kurator; Vormund	Verwahrer
asistente	Aufseher; Wärter	Angestellte; Assistent; Aushilfe; Austräger; Betriebsangehörige; Büroangestellte; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Helfer; Hilfe; Mitarbeiter; Mitarbeiterin; Sekretär; Sekundant; Zuträger; kaufmännische Angestellte; mitverantwortliche Person; mitverantwortlicher Mensch
capataz	Aufseher; jemand die Aufsicht führt über	Anführer; Boss; Chef; Führer; Gebieter; Gewalthaber; Gruppenleiter; Haupt; Hauptmann; Herrscher; Häupter; Hüttenmeister; Kolonnenführer; Leiter; Meister; Obergehilfe; Obergeselle; Partieführer; Polier; Schachtmeister; Sägemeister; Vorarbeiter; Vordermann; Vorman der Rammbaustelle; Vormann; Werkmeister
carcelero	Aufseher; Wächter; Wärter	Barkeeper; Gefängnisaufseher; Gefängniswärter; Schankwirt; Wirt; Wächter; Wärter
celador	Aufseher; Saalwärter; Wärter
celadores	Aufseher
centinela	Aufseher; Wächter; Wärter	Ausguck; Hüter; Posten; Quartiermacher; Quartiermeister; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
conserje	Aufseher; Wächter; Wärter	Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Pförtner; Portier; Praktikant amm Universität; Schlag; Schließer; Stallknecht; Verwahrer; Zimmervermieter; Zimmerwirt
controladores	Aufseher; Aufsichtsbeamten; Aufsichtsbeamter; Oberaufseher
cuidador de animales	Aufseher; Betreuer; Tierpfleger
curador	Aufseher; Begleiter; Gefährte; Inspizient; Konkursrichter; Konkursverwalter; Konservator; Kurator; Vormund	Verwahrer
guarda	Aufseher; Wächter; Wärter	Ausguck; Deckblatt; Hüter; Portier; Posten; Schildwache; Torwächter; Umschlag; Vorsatz; Vorsatzblatt; Wache; Wache haben; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
guardia	Aufseher; Aufsichtsbeamten; Wächter; Wärter	Abwarten; Ausguck; Garde; Hüter; Ordner; Polizist; Portier; Posten; Schildwache; Wache; Wache haben; Wachstube; Wachtposten; Warten; Wächter; Wärter
guardia civil	Aufseher; Feldhüter; Waldhüter	Bürgerwehr; Feldhüter; Gendarm; Landjäger; Schützenbruderschaft; Schützengesellschaft
guardián	Aufseher; Wächter; Wärter	Gefängnisaufseher; Gefängniswärter; Portier; Posten; Schloßverwalter; Wache; Wache haben; Wachtposten; Watchdog
inspector	Aufseher; Betreuer; Tierpfleger; Wärter; jemand die Aufsicht führt über	Aufsichtsbeamte; Fahnder; Inspekteur; Inspektor; Kontrolleur; Zollfahnder
inspectoras	Aufseher; Aufsichtsbeamten
inspectores	Aufseher; Aufsichtsbeamten; Aufsichtsbeamter; Oberaufseher
ordenanza	Aufseher; Wärter	Melder; Ordonnance; Verordnung
portero	Aufseher; Wächter; Wärter	Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer; Torhüter; Torwart; Torwächter
portezuela	Aufseher; Wächter; Wärter	Fallgitter; Hausmeister
supervisor	Aufseher; Betreuer; Saalwärter; Tierpfleger; Wärter; jemand die Aufsicht führt über	Aufsichtsbeamte; Fahnder; Inspekteur; Inspektor; Kontrolleur; Meister
supervisores	Aufseher; Aufsichtsbeamten
tutor	Aufseher; Begleiter; Gefährte; Inspizient; Konkursrichter; Konkursverwalter; Konservator; Kurator; Vormund	Klassenlehrer
vigilante	Aufseher; Saalwärter; Wächter; Wärter	Aufpasser; Ausguck; Bürgerwache; Hüter; Inspizient; Portier; Posten; Schildwache; Torwächter; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
vigilantes	Aufseher; Aufsichtsbeamten
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asistente		Assistent; Teilnehmer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vigilante		aufmerksam; bedacht; bedachtsam; bedächtig; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam

Synoniemen voor "Aufseher":

Aufpasser; Bewacher; Hüter; Supervisor; Wachhund; Wächter; Wärter; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Intendant; Leiter

Wiktionary: Aufseher

Cross Translation:

From	To	Via
• Aufseher	→ supervisor	↔ opzichter — iemand die toezicht houdt
• Aufseher	→ capataz	↔ overseer — one who oversees
• Aufseher	→ supervisor; director	↔ supervisor — a person with the official task of overseeing the work of a person or group
• Aufseher	→ comandante; guardabosque; director; guardapesca; guardacaza	↔ warden — an official charged with supervisory duties

Remove Ads

Vertaal Aufseher van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Aufseher (Duits) in het Spaans

Aufseher:

Aufseher [der ~] zelfstandig naamwoord

der Aufseher (jemand die Aufsicht führt über)

der Aufseher (Wächter; Wärter)

der Aufseher (Wächter; Wärter)

der Aufseher (Tierpfleger; Betreuer)

der Aufseher (Wärter)

der Aufseher (Aufsichtsbeamten; Oberaufseher; Aufsichtsbeamter)

der Aufseher (Kurator; Konkursverwalter; Vormund; Begleiter; Inspizient; Konservator; Gefährte; Konkursrichter)

der Aufseher (Waldhüter; Feldhüter)

der Aufseher (Saalwärter)

Aufseher [die ~] zelfstandig naamwoord

die Aufseher (Aufsichtsbeamten)

die Aufseher

Vertaal Matrix voor Aufseher:

Synoniemen voor "Aufseher":

Wiktionary: Aufseher