Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Anpassen

Vertaal Anpassen van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Anpassen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anpassen (Duits) in het Spaans

Anpassen:

Anpassen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anpassen (Einrichten; Nachstellung; Einstellen; Justierung)
    la modificación; el ajuste; la adaptación; el arreglo; el reajuste
  2. Anpassen (Arrangieren; Anordnen)
    el ordernar; el arreglar

Vertaal Matrix voor Anpassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adaptación Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Abwandeln; Amendieren; Bearbeitung
ajuste Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Abstellung; Abstimmung; Anordnung; Anpassung; Berichtigung; Einstellung; Gleichschaltung; Gleichstellung; Scharf stellen; Wartung
arreglar Anordnen; Anpassen; Arrangieren Abwickeln; Erledigen
arreglo Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Abmachung; Abrechnen; Abrechnung; Anordnung; Ausbesserung; Ausgleichen; Beilegung; Bestimmung; Einigung; Erledigung; Flickarbeit; Fügung; Gutmachen; Kompensieren; Ordnung; Regeln; Regelung; Regulierung; Reparatur; Reparaturarbeit; Restauration; Rückerstatten; Schlichtung; Spielregel; Vereinbarung; Vergleich; Vergüten; Verrechnung; Wiederherstellung
modificación Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Abwandeln; Abwandlung; Amendement; Amendieren; Entwicklung; Modification; Mutation; Mutieren; Umgestaltung; Verändern; Veränderung
ordernar Anordnen; Anpassen; Arrangieren
reajuste Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arreglar Freiden schließen; Maßregeln treffen; abrechnen; anordnen; anrichten; aufbauen; aufstellen; ausbessern; ausgleichen; ausrichten; ausstatten; bauen; beheben; beilegen; bereiten; beseitigen; deichseln; einordnen; einrichten; einsetzen; einteilen; erbauen; erfrischen; erneuern; errichten; festlegen; fixen; flicken; gestalten; gutmachen; herrichten; hinkriegen; in Ordnung bringen; innovieren; installieren; instand setzen; instandsetzen; klären; kochen; montieren; möblieren; nachzahlen; neugestalten; ordnen; organisieren; regeln; regulieren; renovieren; reparieren; restaurieren; sich fügen; steuern; tilgen; veranstalten; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederfinden; wiederherstellen; wiederinstand setzen; zahlen; zubereiten; zurückfinden

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Anpassen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0556 seconde
Page rendered in 1.0 seconds