Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Anleihe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anleihe (Duits) in het Spaans

Anleihe:

Anleihe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anleihe (Kreditverleihung; Darlehen; Vorschuß; Kredit)
    la acreditación; el crédito
  2. die Anleihe
    el empréstito en bonos
  3. die Anleihe

Vertaal Matrix voor Anleihe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acreditación Anleihe; Darlehen; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß
crédito Anleihe; Darlehen; Kredit; Kreditverleihung; Vorschuß Bekenntnis; Besitz; Besitztum; Darlehen; Eigentum; Geldbewilligung; Glaube; Glaubensüberzeugung; Hypothek; Kompliment; Konfession; Kredit; Lob; Passiva; Recht; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung
empréstito en bonos Anleihe
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
empréstito Anleihe

Synoniemen voor "Anleihe":


Wiktionary: Anleihe

Anleihe
noun
  1. Finanzwirtschaft: verzinsliches Wertpapier; mit der begeben einer Anleihe borgen sich ein Unternehmen oder der Staat gegen Zahlung von Zinsen Geld von der Öffentlichkeit (statt es sich von Banken zu borgen)

Cross Translation:
FromToVia
Anleihe préstamo loan — borrowed sum of money or other valuables