Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Anfahren

Vertaal Anfahren van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Anfahren:
- insultar; desatarse contra; lanzarse contra; venida en barco

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anfahren (Duits) in het Spaans

Anfahren:

Anfahren [das ~] zelfstandig naamwoord

Anfahren (Ausfallend werden gegen; Anschnauzen)
el insultar; el desatarse contra; el lanzarse contra
- insultar [el ~] zelfstandig naamwoord
- desatarse contra [el ~] zelfstandig naamwoord
- lanzarse contra [el ~] zelfstandig naamwoord
Anfahren
la venida en barco
- venida en barco [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anfahren:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desatarse contra	Anfahren; Anschnauzen; Ausfallend werden gegen
insultar	Anfahren; Anschnauzen; Ausfallend werden gegen
lanzarse contra	Anfahren; Anschnauzen; Ausfallend werden gegen
venida en barco	Anfahren
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desatarse contra		anschnauzen; anschreien; ausschimpfen; beschimpfen; fluchen; keifen; meckern; schelten; schimpfen; wettern
insultar		ausschimpfen; beleidigen; beschimpfen; düpieren; fluchen; kränken; lästern; meckern; schelten; schimpfen; schmähen; verletzen; wettern