Duits
Uitgebreide vertaling voor Anbeißen (Duits) in het Spaans
Anbeißen:
-
Anbeißen
-
Anbeißen (Reinbeißen)
Vertaal Matrix voor Anbeißen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
morder | Anbeißen; Reinbeißen | Beißen |
picar | Anbeißen; Reinbeißen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
morder | abnagen; beißen; erodieren; knabbern; nagen; schneiden; wegbeizen; ätzen | |
picar | Bäume fällen; Einschnitte bekommen; Kerben bekommen; abhacken; abhandenmachen; abholzen; abschlagen; abschmeicheln; abschneiden; anbeißen; anfressen; anregen; anreizen; aufhetzen; aufmuntern; aufputschen; aufregen; aufreizen; aufstacheln; aufwecken; beißen; durchstechen; durchstoßen; einkerben; einschneiden; einstechen; erbetteln; ermuntern; erwecken; essen; fällen; gekerbt werden; genießen; hacken; hauen; herausfordern; herauslocken; hervorrufen; jucken; kappen; kitzeln; korrodieren; krabbeln; kribbeln; provozieren; reizen; schlemmen; schmausen; schneiden; sich einfressen; spritzen; stechen; stecken; sticheln; stimulieren; strecken; umhacken; umhauen; umschlagen; veranlassen; verletzen; verursachen; ätzen |
Computer vertaling door derden: