Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abreise:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abreise (Duits) in het Spaans

Abreise:

Abreise [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abreise (Abfahrt)
    la salida
    • salida [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abreise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salida Abfahrt; Abreise Abfahrt; Ausfahrt; Ausgang; Ausgang/Ausgabe; Ausstoß; Ausweg; Auszug; Exodus; Hilfsmittel; abfahren; abreisen

Synoniemen voor "Abreise":


Wiktionary: Abreise


Cross Translation:
FromToVia
Abreise desaparición disparitionaction de disparaître ; résultat de cette action.
Abreise salida; despedida départ — Action de quitter
Abreise salida départmoment précis de l'action de partir.