Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abpassen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abpassen (Duits) in het Spaans

Abpassen:

Abpassen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abpassen (Erwarten; Abfangen; Auflauern)
    la esperar
    • esperar [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abpassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esperar Abfangen; Abpassen; Auflauern; Erwarten Abwarten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esperar abpassen; abwarten; aussehen nach; entgegensehen; erhoffen; erwarten; herbeisehnen; hoffen; schmachten; sich sehnen; verlangen; voraussehen; warten; warten auf; wünschen