Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abhauen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abhauen (Duits) in het Spaans

Abhauen:

Abhauen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abhauen
    el pirarse; el largarse
    • pirarse [el ~] zelfstandig naamwoord
    • largarse [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abhauen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
largarse Abhauen
pirarse Abhauen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
largarse abfahren; abhauen; abkratzen; abreisen; abzischen; abzwitschen; aufbrechen; ausbrechen; ausreißen; ausrücken; aussteigen; desertieren; durchbrennen; durchgehen; entfahren; entfallen; entfliehen; entkommen; entrinnen; entschlüpfen; entweichen; entwischen; fliehen; flüchten; fortfahren; fortreisen; sehr früh abhouwen; seineZelteabbrechen; sich aus dem Staub machen; sich packen; sich wegscheren; sich zum Teufel scheren; verlassen; verschwinden; wegfahren; weglaufen; wegrasieren; wegreisen; wegscheren; überlaufen
pirarse sich packen; sich wegscheren; wegrasieren

Synoniemen voor "Abhauen":