Duits
Uitgebreide vertaling voor stochern (Duits) in het Spaans
stochern:
-
stochern (entwirren; aussuchen; heraussuchen; erforschen; ausfransen; trennen; ergründen; herauspicken; erkunden; zupfen; entziffern; klauben; entknoten; sammeln; auswählen; auflösen; forschen; sieben; sortieren; sichten; rupfen; auslesen; selektieren; auskundschaften; enträtseln; aussondern; zerfasern; ausfädeln; aufknöpfen; ausfasern; aufknoten; auseinanderfasern; aufdröseln)
investigar; averiguar; desenredar; desmenuzar; resolver; deshilachar; destejer; deshacer; descifrar; deshilar-
investigar werkwoord
-
averiguar werkwoord
-
desenredar werkwoord
-
desmenuzar werkwoord
-
resolver werkwoord
-
deshilachar werkwoord
-
destejer werkwoord
-
deshacer werkwoord
-
descifrar werkwoord
-
deshilar werkwoord
-
Conjugations for stochern:
Präsens
- stochere
- stocherst
- stochert
- stocheren
- stochert
- stocheren
Imperfekt
- stocherte
- stochertest
- stocherte
- stocherten
- stochertet
- stocherten
Perfekt
- habe gestochert
- hast gestochert
- hat gestochert
- haben gestochert
- habt gestochert
- haben gestochert
1. Konjunktiv [1]
- stochere
- stocherest
- stochere
- stocheren
- stocheret
- stocheren
2. Konjunktiv
- stocherte
- stochertest
- stocherte
- stocherten
- stochertet
- stocherten
Futur 1
- werde stochern
- wirst stochern
- wird stochern
- werden stochern
- werdet stochern
- werden stochern
1. Konjunktiv [2]
- würde stochern
- würdest stochern
- würde stochern
- würden stochern
- würdet stochern
- würden stochern
Diverses
- stocher!
- stochert!
- stocheren Sie!
- gestochert
- stochernd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor stochern:
Synoniemen voor "stochern":
Stochern:
-
Stochern (Purren)
Vertaal Matrix voor Stochern:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atización | Purren; Stochern | |
incitación | Purren; Stochern | Anfeuern; Anregen; Anregung; Anreiz; Ansporn; Anspornen; Anspornung; Anstiften; Anstiftung; Anstoß; Antreiben; Ermunterung; Ermutigung; Impuls; Reiz; Stimulanz; Triebkraft |
instigación | Purren; Stochern | Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstiften; Anstiftung; Anstoß; Aufschwung; Aufstieg; Ermutigung; Impuls; Stimulanz |