Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: laden

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: laden

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. laden:
  2. Laden:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor laden (Duits) in het Spaans

laden:

laden werkwoord (lade, lädst, lädt, ladete, ladetet, geladen)

  1. laden (beladen; einladen; befrachten; aufladen)
    cargar; fletar; recargar
  2. laden (einladen; aufladen; verladen; befrachten; beladen)
    cargar; embarcar; recargar
  3. laden (aufladen)
    cargar un fusil
  4. laden (herausfordern; aufrufen; auffordern; )
    evocar; llamar; convocar; notificar; citar a juicio; avisar; hacer venir; pedir; citar; requerir; anunciar; reclutar; convocar a
  5. laden (elektricität aufladen; belasten; einladen; )
    cargar; estibar; recargar; fletar

Conjugations for laden:

Präsens
  1. lade
  2. lädst
  3. lädt
  4. laden
  5. ladet
  6. laden
Imperfekt
  1. ladete
  2. ladetest
  3. ladete
  4. ladeten
  5. ladetet
  6. ladeten
Perfekt
  1. habe geladen
  2. hast geladen
  3. hat geladen
  4. haben geladen
  5. habt geladen
  6. haben geladen
1. Konjunktiv [1]
  1. lade
  2. ladest
  3. lade
  4. laden
  5. ladet
  6. laden
2. Konjunktiv
  1. ladete
  2. ladetest
  3. ladete
  4. ladeten
  5. ladetet
  6. ladeten
Futur 1
  1. werde laden
  2. wirst laden
  3. wird laden
  4. werden laden
  5. werdet laden
  6. werden laden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde laden
  2. würdest laden
  3. würde laden
  4. würden laden
  5. würdet laden
  6. würden laden
Diverses
  1. lade!
  2. ladet!
  3. laden Sie!
  5. geladen
  6. ladend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor laden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avisar Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben
cargar Auslastung; Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Laden; Ladung
estibar Stauen
llamar Abberufen; Die Klingel läuten; Klingeln; Weggerufen
notificar Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben
pedir Anfordern; Bestellen; Einholen; Einziehen
requerir Anpruch geltend machen auf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anunciar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen angeben; ankündigen; anmelden; annoncieren; ansagen; anschreiben; anzeigen; bekanntgeben; bekanntmachen; deklarieren; etwas ankündigen; etwas erlaßen; informieren; inserieren; kundgeben; melden; mitteilen; proklamieren; verkünden; verkündigen; verlesen; veröffentlichen; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
avisar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen angeben; anmelden; ansagen; anschreiben; anzeigen; ausschreiben; bekanntgeben; benennen; deklarieren; erklären; erwähnen; informieren; kundgeben; melden; mitteilen; nennen; proklamieren; sein Meinung geben; titulieren; verkünden; verkündigen; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
cargar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden; verladen anrechnen; aufladen; auftragen; beauftragen; elektrizieren; fakturieren; füllen; hochladen; plombieren; schleppen; tragen; wuchten
cargar un fusil aufladen; laden
citar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen abmachen; aufführen; aufzählen; ausmachen; ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; erwähnen; herbefehlen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren; vereinbaren; vor Gericht laden; vorladen; zitieren
citar a juicio auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen anmahnen; ansagen; anschreiben; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; ermahnen; fordern; herbeirufen; kundgeben; mahnen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
convocar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen ansagen; anschreiben; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; herbeirufen; kundgeben; tagen; vor Gericht laden; vorladen; zusammenrufen
convocar a auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen ansagen; anschreiben; aufbieten; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; kundgeben; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen; zu sich rufen
embarcar aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden; verladen einschiffen; einsteigen; entern; verladen
estibar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden aufstauen; fortbewegen; stauen; vor sich hertreiben; vorwärts treiben
evocar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
fletar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden einmieten; mieten; pachten
hacer venir auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen aufbieten; aufrufen; einberufen; herbeirufen; kommen lassen; rufen; vorladen; zu sich rufen
llamar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen anrufen; ansagen; anschreiben; aufbieten; aufrufen; ausschreiben; bekanntgeben; benennen; einberufen; einrufen; erklären; ernennen; erwähnen; herbeirufen; informieren; klingeln; kommen lassen; kundgeben; läuten; melden; mitteilen; nennen; rufen; telefonieren; titulieren; vorladen; zu sich rufen; zuziehen
notificar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen ankündigen; ansagen; ausschreiben; bekanntgeben; bekanntmachen; benennen; berichten; erklären; erläutern; erwähnen; etwas erlaßen; informieren; melden; meldungmachen; mitteilen; nennen; sagen; titulieren; verkündigen; verlesen; veröffentlichen; wiedergeben
pedir auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen anfordern; anfragen; ansuchen; austragen; beantragen; bestellen; beten; betteln; bitten; einen Antrag machen; einfordern; ersuchen; flehen; fordern; fragen; insHausliefern; liefern; senden; sich erkundigen; zustellen
recargar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden; verladen erneut laden; nachladen
reclutar auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen anheuern; anrufen; anstellen; anwerben; anziehen; einberufen; einrufen; einstellen; engagieren; herbeirufen; rekrutieren; werben
requerir auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; jemanden anspornen; mahnen; requisitieren

Synoniemen voor "laden":


Wiktionary: laden

laden
verb
  1. (transitiv) jemanden (zu einer Veranstaltung) einladen
  2. (transitiv) einen Akkumulator (Akku) oder Kondensator mit elektrischer Energie auffüllen
  3. (transitiv) eine Schusswaffe mit Munition versehen
  4. (transitiv) von einem Datenspeicher lesen (lassen)
Cross Translation:
FromToVia
• laden → arrancar ↔ boot — to start a system
• laden → cargar ↔ load — to put a load on
• laden → cargar ↔ load — to read into memory
• laden → subir ↔ upload — to transfer data
• laden → cargar; encargar; comisionar ↔ charger — garnir d’une charge.

Laden:

Laden [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Laden (Geschäft; Handelsbetrieb)
    la tienda; el comercio; la mercancías; el negocio
  2. der Laden
    el local comercial

Laden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Laden
    el cargar
    • cargar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Laden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargar Laden Auslastung; Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung
comercio Geschäft; Handelsbetrieb; Laden Geschäft; Geschäfte; Geschäftsverkehr; Güterhandel; Handel; Handelsverkehr; Handelsware; Industrie; Industriezweig; Kaufhandel; Kaufware; Kommerzie; asiatisches Geschäft
local comercial Laden Geschäftshaus
mercancías Geschäft; Handelsbetrieb; Laden Artikel; Besitz; Besitztum; Besitztümer; Bestand; Dinge; Dinger; Eigentum; Geschäfte; Griff; Güter; Güterhandel; Habe; Handel; Handelsgüter; Handelsware; Handgriff; Hausmobiliar; Hausrat; Henkel; Inventar; Kaufhandel; Kaufware; Kniff; Kommerzie; Kunstgriff; Ladungen; Mobiliar; Sachen; Stiel; Transporte; Trick; Ware; Zeug
negocio Geschäft; Handelsbetrieb; Laden Begebenheit; Betrieb; Eintreten; Ereignis; Fall; Firma; Geschehen; Geschäft; Geschäfte; Geschäftsbetrieb; Geschäftsverkehr; Handel; Handelsunternehmen; Handelsverkehr; Holding; Holdinggesellschaft; Kommerzie; Unternehmen; Vorfall; Vorgang; Zwischenfall
tienda Geschäft; Handelsbetrieb; Laden Ausstellungsstand; Bude; Stand; Verkaufsbude; asiatisches Geschäft
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargar anrechnen; aufladen; auftragen; beauftragen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; elektrizieren; fakturieren; füllen; hochladen; laden; plombieren; schleppen; tragen; verladen; wuchten

Synoniemen voor "Laden":


Wiktionary: Laden

Cross Translation:
FromToVia
• Laden → tienda ↔ winkel — plaats waar koopwaar wordt verkocht
• Laden → tienda; negocio; comercio ↔ shop — establishment that sells goods
• Laden → tienda ↔ boutique — magasin, partie de façade du rez-de-chaussée d’une maison consacrée à un commerce de détail ou, à la fois, à la fabrication et à la vente.
• Laden → tienda ↔ magasin — commerce|nocat=1 boutique plus ou moins considérable, où l’on vendre des marchandises, en gros ou au détail.

Verwante vertalingen van laden







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0842 seconde
Page rendered in 1.0 seconds