Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
empfindlich:
- sensible; quisquilloso; picajoso; susceptible; propenso; diplomático; con tacto; irritable; delicado; frágil; débil; vulnerable; fácilmente desmenuzable; flojo; ruinoso; quebradizo; crujiente; pobre; mezquino; deplorable; abominable; magro; insignificante; delgado; flaco; minúsculo; reducido; descarnado; endeble; delgaducho; poco espeso; tierno; hipersensible; desvencijado; precario; rendido; tembloroso; destartalado; cochambroso; débilmente; tembleque; derrengado; sin fuerza; poco resistente; agudo; intenso
-
Wiktionary:
- empfindlich → delicado, sensible, sensitivo, susceptible, remilgado, quisquilloso, aprensivo, propenso, tierno, dolorido, fino, exquisito
Duits
Uitgebreide vertaling voor empfindlich (Duits) in het Spaans
empfindlich:
-
empfindlich
sensible; quisquilloso; picajoso; susceptible-
sensible bijvoeglijk naamwoord
-
quisquilloso bijvoeglijk naamwoord
-
picajoso bijvoeglijk naamwoord
-
susceptible bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (empfänglich; empfindsam)
sensible; susceptible; propenso-
sensible bijvoeglijk naamwoord
-
susceptible bijvoeglijk naamwoord
-
propenso bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (taktvoll; zart; zartfühlend; diplomatisch; feinfühlig; feinsinnig; feinfühlend)
-
empfindlich (leichtpikiert; leichterregbar)
-
empfindlich (zart; zärtlich; fein; delikat; liebend; empfindsam; heikel; sanft; sanftmütig; schwächlich; hilflos)
-
empfindlich (verletzbar; quetschbar)
frágil; delicado; débil; vulnerable; sensible-
frágil bijvoeglijk naamwoord
-
delicado bijvoeglijk naamwoord
-
débil bijvoeglijk naamwoord
-
vulnerable bijvoeglijk naamwoord
-
sensible bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (quetschbar; zerbrechlich; brechbar; mürbe; kränklich; zart; brüchig; verletzbar; schwächlich; bröcklig; hinfällig; gläsern; verwundbar; schwach; hilflos; flau; gebrechlich)
frágil; fácilmente desmenuzable; débil; flojo; sensible; vulnerable; ruinoso; quebradizo; crujiente-
frágil bijvoeglijk naamwoord
-
fácilmente desmenuzable bijvoeglijk naamwoord
-
débil bijvoeglijk naamwoord
-
flojo bijvoeglijk naamwoord
-
sensible bijvoeglijk naamwoord
-
vulnerable bijvoeglijk naamwoord
-
ruinoso bijvoeglijk naamwoord
-
quebradizo bijvoeglijk naamwoord
-
crujiente bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
pobre; mezquino; deplorable; abominable; magro; insignificante-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
magro bijvoeglijk naamwoord
-
insignificante bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (armselig; knapp; schmächtig; winzig; geringfügig; eng; gering; karg; dürftig; hinfällig; schäbig; hager; ärmlich)
pobre; delgado; magro; flaco; minúsculo; reducido; descarnado; endeble; delgaducho; poco espeso-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
delgado bijvoeglijk naamwoord
-
magro bijvoeglijk naamwoord
-
flaco bijvoeglijk naamwoord
-
minúsculo bijvoeglijk naamwoord
-
reducido bijvoeglijk naamwoord
-
descarnado bijvoeglijk naamwoord
-
endeble bijvoeglijk naamwoord
-
delgaducho bijvoeglijk naamwoord
-
poco espeso bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (weichherzig; weich)
-
empfindlich (weichlich)
-
empfindlich (hinfällig; wackelig; schwach; schlapp; zart; baufällig; zerbrechlich; mürbe; wacklig; ruinös; fein; schlecht; matt; empfindsam; dürftig; schlaff; marode; gläsern; brüchig; flau; grundlos; verderblich; gebrechlich; klapprig; vergammelt; schwächlich; kränklich; krakelig; klapperig; brechbar)
tierno; desvencijado; débil; flojo; delicado; sensible; precario; frágil; rendido; tembloroso; quebradizo; destartalado; cochambroso; débilmente; tembleque; ruinoso; derrengado; sin fuerza; poco resistente-
tierno bijvoeglijk naamwoord
-
desvencijado bijvoeglijk naamwoord
-
débil bijvoeglijk naamwoord
-
flojo bijvoeglijk naamwoord
-
delicado bijvoeglijk naamwoord
-
sensible bijvoeglijk naamwoord
-
precario bijvoeglijk naamwoord
-
frágil bijvoeglijk naamwoord
-
rendido bijvoeglijk naamwoord
-
tembloroso bijvoeglijk naamwoord
-
quebradizo bijvoeglijk naamwoord
-
destartalado bijvoeglijk naamwoord
-
cochambroso bijvoeglijk naamwoord
-
débilmente bijvoeglijk naamwoord
-
tembleque bijvoeglijk naamwoord
-
ruinoso bijvoeglijk naamwoord
-
derrengado bijvoeglijk naamwoord
-
sin fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
poco resistente bijvoeglijk naamwoord
-
-
empfindlich (nagend; beißend)
-
empfindlich (schwach; zart; schlaff; schlapp; fein; hilflos; zerbrechlich; verwundbar; verletzbar; gebrechlich; schwächlich)
Vertaal Matrix voor empfindlich:
Synoniemen voor "empfindlich":
Wiktionary: empfindlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• empfindlich | → delicado | ↔ delicate — easily damaged or requiring careful handling |
• empfindlich | → sensible; sensitivo | ↔ sensitive — responsive to stimuli |
• empfindlich | → sensible; susceptible | ↔ sensitive — of a person |
• empfindlich | → remilgado, quisquilloso, aprensivo | ↔ squeamish — easily bothered or upset; tending to be nauseous or nervous |
• empfindlich | → propenso; susceptible | ↔ susceptible — likely to be affected by |
• empfindlich | → sensible; sensitivo; delicado | ↔ susceptible — especially sensitive |
• empfindlich | → tierno; dolorido | ↔ tender — sensitive or painful |
• empfindlich | → fino; delicado; exquisito | ↔ délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié. |