Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Sprung

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Sprung

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Sprung:
- grieta; fracción; rotura; ruptura; quebradura; raja; hendidura
- aumento; ascenso
Wiktionary:
- Sprung → salto
- Sprung → grieta, salto

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprung (Duits) in het Spaans

Sprung:

Sprung [der ~] zelfstandig naamwoord

der Sprung (Riß; Bruch)
la grieta; la fracción; la rotura; la ruptura; la quebradura; la raja; la hendidura
- grieta [la ~] zelfstandig naamwoord
- fracción [la ~] zelfstandig naamwoord
- rotura [la ~] zelfstandig naamwoord
- ruptura [la ~] zelfstandig naamwoord
- quebradura [la ~] zelfstandig naamwoord
- raja [la ~] zelfstandig naamwoord
- hendidura [la ~] zelfstandig naamwoord

Sprung

Sprung (Steigung)
aumento; ascenso
- aumento
- ascenso

Vertaal Matrix voor Sprung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ascenso		Ansteigung; Besteigung; Emporsteigen; Ersteigung; Hinaufsteigen
aumento		Abheben; Anhäufen; Ansammeln; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Aufstapeln; Aufwertung; Ausbreitung; Ausdehnung; Beibezahlung; Erhöhen; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Geldaufwertung; Geschwulst; Knoten; Lagerzugang; Stapeln; Steigen; Tumor; Vergrößerung; Wachstum; Zugang; Zunahme; Zuwachs
fracción	Bruch; Riß; Sprung	Abteilung; Anteil; Bruch; Bruchteil; Fraktur; Geschäftsstelle; Glied; Interruption; Machtblock; Segment; Sektion; Stück; Teil; Teilchen; Unterbrechung; Zahnbruch
grieta	Bruch; Riß; Sprung	Aussparung; Falz; Felsenhöhle; Felsspalte; Furche; Kluft; Schlitz; Spalt; Spalte; Zwischenraum
hendidura	Bruch; Riß; Sprung	Abgrund; Aussparung; Dorf; Fahrrinne; Fahrwasser; Falz; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Furche; Kannelüre; Kluft; Loch; Nest; Ort; Platz; Rille; Rinne; Schlitz; Schlucht; Schnitt; Spalt; Spalte; Zwischenraum
quebradura	Bruch; Riß; Sprung	Anteil; Bruch; Bruchteil; Einkerbung; Einschnitt; Glied; Kerbe; Kerbung; Knacks; Segment; Stück; Teil; Teilchen
raja	Bruch; Riß; Sprung	Fahrrinne; Fahrwasser; Falz; Furche; Kannelüre; Rille; Rinne
rotura	Bruch; Riß; Sprung	Anteil; Aufriß; Bruch; Bruchteil; Fraktur; Glied; Interruption; Knacks; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Unterbrechung
ruptura	Bruch; Riß; Sprung	Abbruch; Anteil; Aufgehen; Aufriß; Bruch; Bruchteil; Deichbruch; Durchbrechen; Durchbruch; Glied; Interruption; Ruptur; Schisma; Segment; Spaltung; Stück; Teil; Teilchen; Trennung; Unterbrechung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fracción		Teil
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ascenso	Sprung; Steigung
aumento	Sprung; Steigung

Synoniemen voor "Sprung":

Knacks; Riss; Spalt
Falz; Fuge; Verbindungsstelle
Satz

Wiktionary: Sprung

Sprung

noun

Bewegung eines Lebewesens durch die Luft durch Abspringen mit dem Bein/den Beinen
- Sprung → salto
Sport: eine Übung in einer bestimmten Disziplin
- Sprung → salto

Cross Translation:

From	To	Via
• Sprung	→ grieta	↔ crack — thin space opened in a previously solid material
• Sprung	→ salto	↔ leap — the act of leaping
• Sprung	→ salto	↔ saut — Action de sauter

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Sprung