Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Gebäck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gebäck (Duits) in het Spaans

Gebäck:

Gebäck [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gebäck (Kuchen)
    la tarta; el pasteles; la repostería; el dulces
    • tarta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pasteles [el ~] zelfstandig naamwoord
    • repostería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dulces [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gebäck (Zwieback; Kuchen; Biskuit; Keks)
    el bizcocho; la galleta; el pastel
    • bizcocho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • galleta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pastel [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. Gebäck (Törtchen; Kuchen)
    la tartita; el pastel; el pastelillo
  4. Gebäck (Keks; Biskuit; Kuchen)
    el bizcocho; la galleta
    • bizcocho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • galleta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gebäck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bizcocho Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback Gugelhupf; Kopftuch; Kuchen; Napfkuchen; Schiffszwieback; Topfkuchen; Turban; Zwieback
dulces Gebäck; Kuchen Feinkost; Imbiß; Kandis; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; Zuckergut; etwas Süßes
galleta Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback Zwieback
pastel Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Törtchen; Zwieback Aas; Fischweib; Hexe; Kuchen; Luder; Schlange; Schreckschraube; Torte; Trulla; Törtchen; Weib; Ölkreide
pasteles Gebäck; Kuchen Kuchen
pastelillo Gebäck; Kuchen; Törtchen
repostería Gebäck; Kuchen
tarta Gebäck; Kuchen Kuchen; Torte; Törtchen
tartita Gebäck; Kuchen; Törtchen

Synoniemen voor "Gebäck":

  • Backwerk; Backware

Wiktionary: Gebäck

Gebäck
noun
  1. Speise auf Mehl, welche auf einem Backblech oder in einer Form in einem Ofen oder in Fett in einer Pfanne eine ausreichend lange Zeit ausgebacken wurden.

Cross Translation:
FromToVia
Gebäck pastel; pastelería pastry — food group
Gebäck pastel pâtisserie — Préparation sucrée ou salée de pâte cuite