Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. reif:
  2. Reif:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Reif (Duits) in het Spaans

reif:

reif bijvoeglijk naamwoord

  1. reif (ausgetragen)
    madurado; maduro

Vertaal Matrix voor reif:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
madurado ausgetragen; reif
maduro ausgetragen; reif abgelagert

Synoniemen voor "reif":


Wiktionary: reif

reif
adjective
  1. so, dass man es essen oder verwerten kann

Cross Translation:
FromToVia
reif curado; maduro mature — fully developed
reif maduro; madura ripe — ready for reaping or gathering, of fruits and seeds
reif maduro rijp — tot volwassenheid gekomen zijnde
reif maduro mûr — Qui a atteint son plein développement. (Sens général).

Reif:

Reif [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Reif
    el aro
    • aro [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Reif (Rauhreif)
    la escarcha; la pruina
    • escarcha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pruina [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Reif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aro Reif Gebiet; Haarbänder; Haarschleife; Kordel; Kreis; Kringel; Ring; Runde; Schleife; Schnur
escarcha Rauhreif; Reif Eisregen; Glatteis; Glätte
pruina Rauhreif; Reif

Synoniemen voor "Reif":


Wiktionary: Reif

Reif
noun
  1. ohne Plural: kristalline Ablagerung aus gefrorenem Wasser, die sich in kalten Nächten durch Sublimation an Pflanzen und Gegenständen bildet

Cross Translation:
FromToVia
Reif escarcha frost — cover of minute ice crystals
Reif aro hoop — circular band of metal used to bind a barrel
Reif escarcha rijp — aangevroren mist