Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Geschenk

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Geschenk

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Geschenk:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschenk (Duits) in het Spaans

Geschenk:

Geschenk [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geschenk
    el regalo; la donación; la donaciones; el donativos
  2. Geschenk (Kleinigkeit; Gefälligkeit)
    la gracia; el regalo; el gusto
    • gracia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • regalo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gusto [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. Geschenk (Donation; Spende; Schenkung; )
    la donación

Vertaal Matrix voor Geschenk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donaciones Geschenk Spenden
donación Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung
donativos Geschenk Spenden
gracia Gefälligkeit; Geschenk; Kleinigkeit Anmut; Attraktivität; Barmherzigkeit; Begnadigung; Bezauberung; Charme; Eleganz; Erfreulichkeit; Erlassung; Feudenruf; Flause; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Gaudi; Gefallen; Genuß; Geselligkeit; Glückseligkeit; Gnade; Grazie; Güte; Heiterkeit; Jubel; Jux; Lieblichkeit; Liebreiz; Lust; Milde; Narrheit; Reiz; Scharm; Scherz; Schäkerei; Seligkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Süße; Torheit; Ulk; Unsinn; Verführung; Vergebung; Vergnügen; Verrücktheit; Versuchung; Verzeihung; Wohltat; Zauber; Zierlichkeit; einnehmendes Wesen
gusto Gefälligkeit; Geschenk; Kleinigkeit Anstand; Anständigkeit; Artigkeit; Ausgelassenheit; Befriedigung; Eifer; Erfreulichkeit; Feudenruf; Flause; Fleckenlosigkeit; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Gaudi; Gefallen; Geilheit; Genuß; Genußsucht; Geschmack; Geschmackempfindung; Geselligkeit; Glückseligkeit; Heiterkeit; Hilarität; Hingabe; Hingebung; Hobby; Höflichkeit; Inbrunst; Jubel; Jux; Keckheid; Keckheit; Lebhaftigkeit; Leidenschaft; Liebhaberei; Lust; Lustigkeit; Munterkeit; Narrheit; Neigung; Ordentlichkeit; Passion; Reinheit; Scherz; Schicklichkeit; Schäkerei; Seligkeit; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Späßchen; Steckenpferd; Torheit; Trieb; Ulk; Unschuld; Unsinn; Vergnügen; Verrücktheit; Vorliebe; Vorzug; Wahl; Wohlbehagen; Wohlgefallen; Wollust; Zeitvertreib; Zufriedenheit; sexuelle Begierde
regalo Gefälligkeit; Geschenk; Kleinigkeit Bewirtung; Leckerbissen

Synoniemen voor "Geschenk":


Wiktionary: Geschenk

Geschenk
noun
  1. Übertragung des Eigentums an einer Sache ohne Erwartung einer Gegenleistung
  2. die in Form eines Geschenkes[1] überlassene Sache (oft liebevoll verpackt)
Cross Translation:
FromToVia
• Geschenk → obsequio; donación; dádiva; regalo; presente ↔ bounty — something given liberally
• Geschenk → regalo; presente ↔ gift — Something given to another voluntarily, without charge
• Geschenk → regalo ↔ kado — iets dat men iemand geeft, meestal ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis
• Geschenk → regalo; obsequio; presente ↔ cadeau — présent, objet que l’on offrir à quelqu’un sans rien attendre en retour, dans l'intention de le surprendre ou de lui être agréable.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Geschenk







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0357 seconde
Page rendered in 1.0 seconds