Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Besatzung

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Besatzung

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Besatzung:
- ocupación; toma de posesión
Wiktionary:
- Besatzung → ocupación (militar), tripulación
- Besatzung → tripulación, ocupación, equipaje, equipo

Duits

Uitgebreide vertaling voor Besatzung (Duits) in het Spaans

Besatzung:

Besatzung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Besatzung (Besitzergreifung; Einnahme; Einverleibung)
la ocupación; la toma de posesión
- ocupación [la ~] zelfstandig naamwoord
- toma de posesión [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Besatzung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ocupación	Besatzung; Besitzergreifung; Einnahme; Einverleibung	Arbeit; Aufgabe; Beruf; Beschäftigung; Besetzung; Branche; Eroberung; Fach; Freizeitbeschäftigung; Leistung; Metier; Tat; Tätigkeit
toma de posesión	Besatzung; Besitzergreifung; Einnahme; Einverleibung	Besetzung; Eroberung

Synoniemen voor "Besatzung":

Crew; Mannschaft; Einsatzgruppe; Gruppe; Kollektiv; Team
Besatzer; Besatzungstruppen; Okkupationstruppen; Quardi

Wiktionary: Besatzung

Besatzung

noun

Militär: Besetzung oder Okkupation eines fremden Gebietes
- Besatzung → ocupación (militar)
Verkehrswesen: die Gesamtheit aller Seeleute auf einem Boot, Schiff, Luftschiff, Raumschiff oder Flugboot bzw. diejenigen Angestellten einer Fluggesellschaft, die sich im fliegenden Flugzeug befinden
- Besatzung → tripulación

Cross Translation:

From	To	Via
• Besatzung	→ tripulación	↔ crew — group of people operating a large facility or piece of equipment
• Besatzung	→ ocupación	↔ bezetting — toestand waarbij het grondgebied van een land wordt bestuurd door een ander land
• Besatzung	→ equipaje; equipo; tripulación	↔ bemanning — de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten