Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: miteinander

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: miteinander

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

miteinander:
- unos a otros; nos; se
- juntos; conjuntamente
mit einander:
- mutuamente; recíprocamente; juntos; conjunto; conjuntamente; en conjunto; unidos
Wiktionary:
- miteinander → unos con otros, uno con otro, conjuntamente, entre sí, juntos

Duits

Uitgebreide vertaling voor miteinander (Duits) in het Spaans

miteinander:

miteinander

miteinander
unos a otros; nos; se
- unos a otros
- nos
- se

miteinander bijvoeglijk naamwoord

miteinander (beisammen; zuzweit)
juntos
- juntos bijvoeglijk naamwoord
miteinander (zusammen; gemeinschaftlich; gemeinsam; gemein)
juntos; conjuntamente
- juntos bijvoeglijk naamwoord
- conjuntamente bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor miteinander:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nos	miteinander
se	miteinander	einander; man; sich; sich selber; sich selbst
unos a otros	miteinander	einander
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conjuntamente	gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; miteinander; zusammen	mit einander; zusammen
juntos	beisammen; gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; miteinander; zusammen; zuzweit	aneinander; aufeinander; beieinander; gemeinsam; ineinander; mit einander; zusammen
se		ihnen; sie

Synoniemen voor "miteinander":

beieinander; beisammen; gemeinsam; vereint; zusammen
einmütig; einträchtig; einvernehmlich; füreinander einstehend; geeint; geschlossen; gleichgesinnt; Hand in Hand; hilfsbereit; im Team; in Zusammenarbeit; kameradschaftlich; kollegial; kollektiv; kooperativ; partnerschaftlich; Schulter an Schulter; Seite an Seite; solidarisch; unanim; verbündet; zusammenhaltend; zusammenstehend

Wiktionary: miteinander

miteinander

adverb

eine Person mit mindestens einer weiteren Person
- miteinander → unos con otros; uno con otro; conjuntamente; entre sí; juntos

mit einander:

mit einander bijvoeglijk naamwoord

mit einander
mutuamente; recíprocamente
- mutuamente bijvoeglijk naamwoord
- recíprocamente bijvoeglijk naamwoord
mit einander (zusammen)
juntos; conjunto; conjuntamente; en conjunto; unidos
- juntos bijvoeglijk naamwoord
- conjunto bijvoeglijk naamwoord
- conjuntamente bijvoeglijk naamwoord
- en conjunto bijvoeglijk naamwoord
- unidos bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mit einander:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conjunto		Dichtung; Horde; Kombination; Kompilation; Komplet; Kram; Menge; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Sammlung; Satz; Schar; Schrott; Schund; Unterteile; Zusammengeraffte; Zusammensetzung; benannte Menge
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conjuntamente	mit einander; zusammen	gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; miteinander; zusammen
conjunto	mit einander; zusammen
en conjunto	mit einander; zusammen
juntos	mit einander; zusammen	aneinander; aufeinander; beieinander; beisammen; gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; ineinander; miteinander; zusammen; zuzweit
mutuamente	mit einander	auseinander; entzwei
recíprocamente	mit einander	auseinander; entzwei
unidos	mit einander; zusammen	aneinander; aufeinander; beieinander; gemeinsam; zusammen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van miteinander