Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Zucker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zucker (Duits) in het Spaans

Zucker:

Zucker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zucker
    el azúcar
    • azúcar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zucker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azúcar Zucker

Synoniemen voor "Zucker":


Wiktionary: Zucker

Zucker
noun
  1. ohne Plural, umgangssprachlich, Kurzwort für Zuckerkrankheit (Diabetes mellitus)
  2. ohne Plural, Medizinerjargon, Kurzwort für Blutzuckerspiegel
  3. ein aus Pflanzen gewonnenes, süß schmeckendes Nahrungsmittel

Cross Translation:
FromToVia
Zucker diabetes diabetes — A group of metabolic diseases
Zucker azúcar sugar — sucrose from sugar cane or sugar beet and used to sweeten food and drink
Zucker azúcar suiker — zoetstof
Zucker azúcar sucre — Substance alimentaire