Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Deckel

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Deckel

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Deckel:
- tapa; cáscara; capa; estuche; cubrimiento; corteza; cápsula; tapones-medida
- válvulas; tapas
Wiktionary:
- Deckel → tapadera, tapa
- Deckel → tapa, cubierta, tapadera

Duits

Uitgebreide vertaling voor Deckel (Duits) in het Spaans

Deckel:

Deckel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Deckel (Augenlid)
la tapa
- tapa [la ~] zelfstandig naamwoord
der Deckel (Kappe)
la cáscara; la capa; el estuche; el cubrimiento; la corteza; la cápsula
- cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord
- capa [la ~] zelfstandig naamwoord
- estuche [el ~] zelfstandig naamwoord
- cubrimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- corteza [la ~] zelfstandig naamwoord
- cápsula [la ~] zelfstandig naamwoord
der Deckel
el tapones-medida
- tapones-medida [el ~] zelfstandig naamwoord

Deckel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Deckel
el válvulas
- válvulas [el ~] zelfstandig naamwoord
die Deckel
la tapas
- tapas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Deckel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
capa	Deckel; Kappe	Abteilung; Belag; Bildstreifen; Deckblatt; Deckmantel; Ebene; Film; Geschäftsstelle; Gesellschaftsschicht; Jacke; Klasse; Muschelschale; Pelerine; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Sektion; Staffel; Staffelstellung; Stand; Streifen; Tischplatte; Umhang; Umhüllung; Umschlag; Vorsatz; Vorsatzblatt; dünne Schicht; dünner Film
corteza	Deckel; Kappe	Bast; Baumrinde; Borke; Kruste; Muschel; Rinde; Schale; Schorf; Umhüllung
cubrimiento	Deckel; Kappe	Muschelschale; Umhüllung
cápsula	Deckel; Kappe	Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Muschel; Muschelschale; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Umhüllung; Verpackung
cáscara	Deckel; Kappe	Muschel; Muschelschale; Schale; Umhüllung
estuche	Deckel; Kappe	Aufmachung; Behälter; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Etui; Federhalter; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Köcher; Liderung; Muschelschale; Mäppchen; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Umhüllung; Verpackung
tapa	Augenlid; Deckel	Bissen; Biß; Schnack; Verschlusskappe; Zwischenmahlzeit
tapas	Deckel	Einschlagen; Häppchen
tapones-medida	Deckel
válvulas	Deckel

Synoniemen voor "Deckel":

Kronenkorken; Kronkorken; Verkapselung; Verschluss

Wiktionary: Deckel

Deckel

noun

Vorrichtung zum Abdecken oder Verschließen
- Deckel → tapadera; tapa

Cross Translation:

From	To	Via
• Deckel	→ tapa; cubierta	↔ cover — lid
• Deckel	→ tapa	↔ lid — top or cover
• Deckel	→ tapa; cubierta; tapadera	↔ top — lid, cap, cover