Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- legendär:
- darlegen:
-
Wiktionary:
- legendär → legendario
- darlegen → explicar, exponer
- darlegen → formular, tentar, declarar, explicar, exponer, desenvolver, desarrollar, aclarar
Duits
Uitgebreide vertaling voor legendär (Duits) in het Spaans
legendär:
-
legendär (legendarisch; legendenhaft)
legendario; grandioso; extraordinario; fabuloso; fantástico; fabulosamente-
legendario bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinario bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
fabulosamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
legendär (fabelhaft; legendarisch; legendenhaft)
fabuloso; fabulosamente; legendario-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
fabulosamente bijvoeglijk naamwoord
-
legendario bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor legendär:
Synoniemen voor "legendär":
Wiktionary: legendär
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• legendär | → legendario | ↔ legendary — of or pertaining to a legend |
darlegen:
-
darlegen (erklären; verdeutlichen; erläutern; auseinandersetzen; aufklären; klären; erörtern)
explicar; desplegar; aclararse; aclarar; explicarse mejor; certificar; interpretar; detallar; desdoblar-
explicar werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
aclararse werkwoord
-
aclarar werkwoord
-
explicarse mejor werkwoord
-
certificar werkwoord
-
interpretar werkwoord
-
detallar werkwoord
-
desdoblar werkwoord
-
-
darlegen (besprechen; bereden; begründen; argumentieren; auseinandersetzen; ausführlich erörtern)
argumentar-
argumentar werkwoord
-
-
darlegen (verdeutlichen; erklären; auseinandersetzen; deuten; erörtern; erläutern; schildern; aufschließen; illustrieren)
explicar; exponer; detallar; ilustrar; aclarar; desplegar; manifestar; interpretar; elucidar; declarar; poner en claro-
explicar werkwoord
-
exponer werkwoord
-
detallar werkwoord
-
ilustrar werkwoord
-
aclarar werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
manifestar werkwoord
-
interpretar werkwoord
-
elucidar werkwoord
-
declarar werkwoord
-
poner en claro werkwoord
-
Conjugations for darlegen:
Präsens
- lege dar
- legst dar
- legt dar
- legen dar
- legt dar
- legen dar
Imperfekt
- legte dar
- legtest dar
- legte dar
- legten dar
- legtet dar
- legten dar
Perfekt
- habe dargelegt
- hast dargelegt
- hat dargelegt
- haben dargelegt
- habt dargelegt
- haben dargelegt
1. Konjunktiv [1]
- lege dar
- legest dar
- lege dar
- legen dar
- leget dar
- legen dar
2. Konjunktiv
- legte dar
- legtest dar
- legte dar
- legten dar
- legtet dar
- legten dar
Futur 1
- werde darlegen
- wirst darlegen
- wird darlegen
- werden darlegen
- werdet darlegen
- werden darlegen
1. Konjunktiv [2]
- würde darlegen
- würdest darlegen
- würde darlegen
- würden darlegen
- würdet darlegen
- würden darlegen
Diverses
- leg dar!
- legt dar!
- legen Sie dar!
- dargelegt
- darlegend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor darlegen:
Synoniemen voor "darlegen":
Wiktionary: darlegen
darlegen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• darlegen | → formular | ↔ formulate — to reduce to, or express in, a formula; to put in a clear and definite form of statement or expression |
• darlegen | → tentar | ↔ set forth — to present for consideration |
• darlegen | → declarar | ↔ state — make known |
• darlegen | → explicar | ↔ uitleggen — iets doen begrijpen |
• darlegen | → explicar; exponer | ↔ ontvouwen — iets verklaren |
• darlegen | → desenvolver; desarrollar | ↔ développer — dégager une chose de ce qui l’envelopper. |
• darlegen | → explicar; desenvolver; aclarar; desarrollar | ↔ expliquer — rendre clair. |
Computer vertaling door derden: