Duits
Uitgebreide vertaling voor innen (Duits) in het Spaans
innen:
-
innen (innerhalb einer Zeitspanne; drinnen)
dentro de; en menos de; en el plazo de-
dentro de bijwoord
-
en menos de bijvoeglijk naamwoord
-
en el plazo de bijvoeglijk naamwoord
-
-
innen (drinnen)
aquí dentro-
aquí dentro bijvoeglijk naamwoord
-
-
innen (im Hause; drinnen)
dentro de la casa-
dentro de la casa bijvoeglijk naamwoord
-
-
innen (im Innern; drinnen)
-
innen (hierin; darin; innerhalb)
aquí dentro; en esto; dentro; dentro de-
aquí dentro bijvoeglijk naamwoord
-
en esto bijvoeglijk naamwoord
-
dentro bijvoeglijk naamwoord
-
dentro de bijwoord
-
-
innen (innerlich; inwendig; innere; seelisch; inner; intern)
interior; interno; internamente-
interior bijvoeglijk naamwoord
-
interno bijvoeglijk naamwoord
-
internamente bijwoord
-
Vertaal Matrix voor innen:
Synoniemen voor "innen":
Innen:
-
Innen (Geld einsammeln)
Vertaal Matrix voor Innen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cobrar | Geld einsammeln; Innen | |
percibir | Geld einsammeln; Innen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cobrar | Geld einziehen; anrechnen; anrühren; antupfen; bekommen; berühren; einlösen; empfangen; erhalten; fakturieren; kassieren; kriegen; leicht berühren; streifen; tippen; tupfen; versilbern; wiederbekommen; wiedererhalten; wiedererlangen; wiedergewinnen; zu Geld machen; zurückbekommen; zurückgewinnen | |
percibir | achtgeben; anblicken; anschauen; ansehen; auseinanderhalten; ausmachen; begucken; bemerken; beobachten; besehen; betrachten; beäugen; entdecken; erkennen; feststellen; fühlen; gaffen; gucken; hinblicken; kassieren; merken; observieren; schauen; sehen; signalisieren; spüren; unterscheiden; wahrnehmen; zu sehen bekommen; zusehen |